kelijk manier met de voet plaats
7
via het schakelpedaal.
De sensor 1 op de schakel-
130
stang herkent het schakelcom-
mando en begint met de scha-
kelondersteuning.
Bij constant rijden in lagere
versnellingen met hoge toeren-
tallen kan het schakelen zonder
koppelingsbediening tot sterke
z
belastingswisselingen leiden.
BMW Motorrad adviseert in
deze rijsituaties alleen met kop-
pelingsbediening te schakelen.
Het gebruik van de schakel-
assistent in de buurt van de
toerentalbegrenzer moet wor-
den vermeden.
In de volgende situaties vindt
geen schakelondersteuning
plaats:
Met bediende koppeling.
Schakelpedaal niet in de uit-
gangspositie
Bij het opschakelen met geslo-
ten gasklep (deceleratie) en/of
bij het. vertragen
Bij het terugschakelen met ge-
opende gasklep en/of bij het
gas geven.
Om een volgende schakeling
met de schakelassistent te
kunnen uitvoeren, moet het
schakelpedaal na de schakel-
procedure volledig worden ont-
last.
Schakelindicator
Schakelindicator
De schakelindicator 1 meldt de
bestuurder het bereiken van
het toerental waarbij naar de
naasthogere versnelling moet
worden geschakeld.
Schakelindicator knippert met
de ingestelde frequentie: scha-
keltoerental is bijna bereikt
Schakelindicator gaat uit: scha-
keltoerental bereikt