3.9
Rijden op hellingen
Speciale veiligheidsvoorschriften
HA 1001/1501/2001 NL - Editie 3.0 * 12001b330.fm
Deze veiligheidsaanwijzingen dienen bij het rijden op hellingen vooral te worden nage-
leefd, opdat er zich geen ongevallen kunnen voordoen.
☞
Tijdens het rijden dient de stortbak te worden ingeklapt.
☞
Tijdens het rijden op een helling altijd in de langzame stand rijden!
☞
De machine zo besturen, dat het altijd mogelijk is, veilig te stoppen, wanneer de
machine begint te schuiven of aan stabiliteit verliest.
☞
Het bergaf draaien van de stortbak op hellingen moet worden vermeden en kan ertoe
leiden, dat de machine het evenwicht verliest en omkiept.
➥
Stortbak altijd bergop legen.
☞
Op een helling met een niveauverschil van meer dan 20° mag niet schuin gereden wor-
den, omdat de machine zou kunnen omkantelen.
☞
Bij het bergopwaarts of bergafwaarts rijden, altijd rechtlijnig rijden. Schuin of winkel-
haak rijden is zeer gevaarlijk.
☞
Op graslanden, glijlagen of vochtige stalen platen langzaam rijden. Ook wanneer de
helling niet schuin is, bestaat altijd het gevaar dat de machine zou slippen.
Bediening
3-19