Veiligheidsvoorschriften
Aanhangbedrijf
2-8
• Houd de bodemplaten van de schoon, zodat het stortgoed bij het legen goed uit de
glijdt. Laad alleen vloeiend laadgoed. Klevend of vastgevroren materiaal mag alleen
naar voren en in de rijstand rechtdoor van de dumper op effen bodem worden geleegd.
Let erop, of het laadgoed bij het uitkiepen uit de glijdt, voordat deze helemaal omhoog
wordt gekiept. Het niet in acht nemen kan tot omkiepen van de dumper leiden.
• Rij nooit te dicht langs een afgrond, omdat het gevaar van wegglijden van de kant door
de druk van het wiel bestaat. Indien de kant voldoende is beveiligd en een barrière het
wegglijden voorkomt, mag dichter langs de afgrond worden gereden.
• Stort geen materiaal in een greppel, waarin zich personen bevinden. Als de bestuurder
niet in de greppel kan kijken, moet hij door een persooon, die in de greppel kan kijken,
geïnstrueerd worden.
• Let steeds op een onberispelijke toestand van de remmen.
De dumper heeft een trekinrichting, maar is echter geen trekker en mag niet als dusdanig
op moeilijk terrein worden gebruikt. Mocht de dumper op het gebied van de bouwplaats
voor het trekken van aanhangers worden gebruikt, dan moet zich in de een ballast van
25% van de nuttige belasting bevinden. Het getrokken toestel exclusief de ballast in de
stort mag echter de nuttige belasting van de dumper niet overschrijden. De sleepbout van
de sleepinrichting moet door middel van de beveiligingssplitpen geborgen zijn!
HA 1001/1501/2001 NL - Editie 3.0 * * 12001b210.fm