Bediening
3-14
13Geen functie
10 Controlelampje (rood) – parkeerrem
Signaleert dat de parkeerrem bediend is!
In dat geval:
☞
Hendel 2 bedienen om de handrem los te laten
Controlelampje (blauw) – groot licht
Brandt bij ingeschakeld groot licht.
Attentie!
Bij het rijden op de weg altijd erop letten, dat geen andere verkeersdeelnemers
worden verblind!
☞
Gewoon dimlicht aanzetten
12 Controlelampje (groen) – richtingaanwijzer
Knippert als een richtingaanwijzer is ingeschakeld.
16 Bedrijfsurenteller
Telt de motorbedrijfsuren bij draaiende motor.
17 Brandstofdisplay
Als de tankweergave het minimum nadert, onmiddellijk bijtanken. Het brandstofsysteem
moet namelijk ontlucht worden, als de tank leeggereden is.
HA 1001/1501/2001 NL - Editie 3.0 * * 12001b320.fm