Overzicht controle- en waarschuwingslampjes
HA 1001/1501/2001 NL - Editie 3.0 * 12001b320.fm
14Controlelampje (rood) – hydraulische oliefilter
Geeft aan dat de druk in de retourleiding voor de hydraulische olie naar de tank te hoog is.
In dat geval:
☞
Retourfilter hydraulische olie controleren en evt. door een geautoriseerde werkplaats
laten vervangen
☞
Bij koude hydraulische olie kan het controlelampje korte tijd branden en gaat dan uit na
het bereiken van de bedrijfstemperatuur.
8Controlelampje (rood) – laadfunctie van generator
Attentie!
Bij een defecte V-snaar wordt de koelvloeistofpomp niet meer aangedreven.
Er bestaat gevaar voor oververhitting van de motor resp. motorschade!
Brandt het controlelampje bij draaiende motor:
☞
Motor onmiddellijk afzetten
☞
Oorzaak door een geautoriseerde werkplaats laten verhelpen
Wanneer de lamp gaat branden terwijl de motor loopt, duidt dit op een defect van de V-
snaren van de generator of in de laadstroomkring van de generator. De accu wordt niet
meer opgeladen.
9 Controlelampje (rood) – Oliedruk van de motor
Brandt bij te lage motoroliedruk. In dat geval:
☞
Het voertuig stilleggen
☞
Motor onmiddellijk uitschakelen en oliepeil controleren
De controlelamp brandt wanneer de ontsteking is ingeschakeld, maar gaat uit zodra de
motor is gestart.
11) Controlelampje (rood) koelmiddeltemperatuur
Gevaar
!
Open nooit de koeler bij een warme motor en ook geen koelvloeistof aflaten,
omdat het koelsysteem in dit geval onder hoge druk staat.
Hierbij bestaat
☞
Na het afzetten van de motor minstens 10 minuten wachten!
☞
Veiligheidshandschoenen- en kleding dragen
☞
Afsluitdop tot aan de eerste arrêteerstand opendraaien en druk laten ont-
snappen
15 Controlelampje (geel) – voorgloeiing
Brandt, als de sleutel in de gloeistartschakelaar in stand 2 staat.
Lucht in de verbrandingsruimte van de motor wordt gedurende deze tijd met een gloei-
kaars voorverwarmd.
Controlelampje gaat uit bij voldoende verwarming (15-20 sec.)
Verbrandingsgevaar!
Bediening
3-13