2.4
Algemene gedragsvoorschriften en veiligheidsvoorschriften
Organisatorische maatregelen
BA 1001/1501/2001 De - Editie HA 1001/1501/2001 NL * 12001b210.fm
• Het voertuig is uitgerust met de allernieuwste techniek en gebouwd volgens de erkende
veiligheidstechnische regels. Toch kan er bij het gebruik gevaar voor leven en goed
van de gebruiker of derden resp. schade aan het voertuig of andere voorwerpen
ontstaan
• Gebruik het voertuig enkel in een technisch perfecte staat en gebruik het met inacht-
neming van de handleiding conform de voorschriften en denk hierbij aan de veiligheid
en gevaren! Met name storingen die van invloed kunnen zijn op de veiligheid dient u
onmiddellijk te verhelpen (laten verhelpen)!
Basisregel:
Voor iedere ingebruikneming dient te worden gecontroleerd of het voertuig verkeers-
veilig en bedrijfsveilig is!
• Bedachtzaam en voorzichtig werken is de beste bescherming tegen ongevallen!
• De gebruiksaanwijzing moet altijd bij het voertuig beschikbaar zijn en moet daarom in
de daarvoor geplande gereedschapskist worden bewaard.
Een onvolledige of slecht leesbare gebruiksaanwijzing dient onmiddellijk te worden
aangevuld of vervangen
• Behalve de handleiding dienen de wettelijke, algemeen geldende of anderszins
bindende regelingen ter voorkoming van ongevallen en ter bescherming van het milieu
te worden opgevolgd.
Dergelijke plichten kunnen ook b.v. het gebruik van gevaarlijke stoffen of het ter
beschikking stellen/dragen van een persoonlijke veiligheidsuitrusting of verkeersrechte-
lijke regelingen betreffen.
• Om met bijzonderheden van het bedrijf, bijv. met betrekking tot organisatie van het
werk, de arbeidsprocessen of het ingezette personeel rekening te houden, moet de
gebruiksaanwijzing met de overeenkomstige instructies, inclusief toezicht- en
meldingsplichten aangevuld worden
• Het personeel dat is belast met werkzaamheden aan de machine, moet alvorens met
het werk wordt begonnen, de handleiding en met name het hoofdstuk veiligheidsvoor-
schriften hebben gelezen en begrepen. Dit geldt in het bijzonder voor personen die
slechts af en toe aan de machine werken, b.v. voor het instellen of het verrichten van
onderhoud
• De gebruiker/eigenaar van het voertuig moet tijdens occasionele inspecties controleren
of het personeel dat het voertuig bedient/onderhoudt, bij het uitvoeren van het werk
rekening houdt met de veiligheid en met mogelijke gevaren en bovendien de gebruiks-
aanwijzing in acht neemt.
• De gebruiker/eigenaar is verplicht het voertuig altijd uitsluitend in perfecte staat te
gebruiken en zo nodig of wanneer voorschriften dit voorschrijven het personeel dat het
voertuig bedient en onderhoudt te verplichten beschermende kleding etc. te dragen.
• Bij wijzigingen aan het voertuig die de veiligheid betreffen of bij wijziging van het
remgedrag dient het voertuig onmiddellijk te worden stilgezet en dienen de storingen te
worden gemeld aan de verantwoordelijke instantie/persoon. Beschadigingen of
storingen die van invloed zijn op het voertuig moeten onmiddellijk worden verholpen
(laten verhelpen)
• Zonder toestemming van de firma Wacker Neuson geen wijzigingen, aanbouwen en
verbouwingen aan het voertuig en de opbouwen, evenals aan de werktuigen uitvoeren
die de veiligheid negatief kunnen beïnvloeden! Dit geldt ook voor het monteren en het
instellen van veiligheidsinrichtingen- en kleppen alsook voor het lassen aan dragende
onderdelen.
• Reserveonderdelen moeten voldoen aan de vastgelegde technische eisen van de firma
Wacker Neuson. Dit is bij originele onderdelen altijd het geval.
Veiligheidsvoorschriften
2-3