4.5
Langzaam rijden
VOORZICHTIG!
Gevaar voor ongevallen door gedeactiveerde bedrijfsrem
Tijdens het langzaam rijden moet de bediener bijzonder goed opletten. De
bedrijfsrem is tijdens het langzaam rijden gedeactiveerd en wordt pas na het loslaten
van de toets "langzaam rijden" weer geactiveerd.
uIn gevaarlijke situaties het interne transportmiddel remmen door de toets
"langzaam rijden" en de rijschakelaar meteen los te laten.
uBij langzaam rijden kan alleen met de uitlooprem worden afgeremd.
Z
Het interne transportmiddel kan met rechtop staande dissel (13) worden verreden
(bijvoorbeeld in kleine ruimtes / lift).
Langzaam rijden inschakelen
Werkwijze
• Toets "langzaam rijden" (12) ingedrukt houden.
• Rijschakelaar (5) in de gewenste rijrichting drukken.
De rem wordt losgezet. Het interne transportmiddel rijdt in de stand langzaam rijden.
Langzaam rijden uitschakelen
Werkwijze
• Toets "langzaam rijden" (12) loslaten.
Als de dissel zich in het rembereik "B" bevindt,
valt de rem in en het interne transportmiddel
stopt.
Als de dissel zich in het rijbereik "F" bevindt,
rijdt het interne transportmiddel met langzaam
rijden verder.
• Rijschakelaar (5) loslaten.
Het langzaam rijden wordt beëindigd en het interne transportmiddel kan verder met
normale snelheid gereden worden.
96
5
12
13