4.9.2
Last transporteren
Voorwaarden
– Last correct opgenomen.
– Hefmast gedaald voor correct transporteren (ca. 150 - 500 mm boven de vloer).
Rijden met opgeheven last (>500 mm) is verboden.
Bij dubbele belading (o): Lastopnamemiddel zo ver mogelijk gedaald, echter
zonder de onderste last aan te raken, zie pagina 109.
– Goede bodemgesteldheid.
Werkwijze
• Intern transportmiddel nauwkeurig accelereren en afremmen.
• Rijsnelheid aan de toestand van de rijbanen en de getransporteerde last
aanpassen.
• Intern transportmiddel met gelijkmatige snelheid rijden.
• Altijd gereed zijn om te remmen:
• Onder normale omstandigheden intern transportmiddel zacht afremmen.
• In geval van gevaar mag er plotseling worden gestopt.
• Bij kruisingen en doorgangen op het overige verkeer letten.
• Op onoverzichtelijke plaatsen uitsluitend met een assistent rijden.
• Het is niet toegestaan om dwars of schuin over hellingen te rijden. Op hellingen
niet keren en de last altijd aan hellingzijde transporteren (zie afbeelding).
Transporteren van twee gepalletteerde lasten boven elkaar is uitsluitend toegestaan
met bijpassende optionele uitrusting, zie pagina 109.
106