8.2.4
Mastercode wijzigen
Z
Voor het wijzigen van de lengte van de mastercode moet de werkwijze in paragraaf
"Lengte van de nieuwe mastercode (4-6 teken) vastleggen en bedienercodes
toevoegen" worden aangehouden, zie pagina 135. Als er nog bedienercodes in het
codeslot opgeslagen zijn, moet de lengte van de te wijzigen mastercode net zo lang
zijn als de opgeslagen bedienercodes.
Voorwaarden
– Bedrijfsgereedheid tot stand brengen, zie
pagina 125.
Werkwijze
• O-toets(82) indrukken.
• Geldige mastercode met cijfertoetsen invoeren.
Na invoer van de geldige mastercode knippert de
led (81) groen.
• Parameter 0-0-0 met cijfertoetsen invoeren.
• Invoer met SET-toets (80) bevestigen.
De leds (77,81) knipperen groen.
• Geldige mastercode nog een keer met cijfertoetsen invoeren.
• Invoer met SET-toets (80) bevestigen.
De leds (78,81) knipperen groen.
• Nieuwe mastercode met cijfertoetsen invoeren.
Z
De nieuwe mastercode moet verschillen van de bestaande bedienercodes.
• Invoer met SET-toets (80) bevestigen.
De leds (79,81) knipperen groen.
• Nieuwe mastercode nog een keer met cijfertoetsen invoeren.
• Invoer met SET-toets (80) bevestigen.
Wachten totdat de led (81) groen knippert. De instelling is opgeslagen.
• O-toets(82) indrukken.
Intern transportmiddel is uitgeschakeld en de led (81) brandt rood.
• Nieuwe mastercode controleren:
• Intern transportmiddel met de mastercode inschakelen, zie pagina 125
Na invoer van de geldige mastercode knippert de led (81) groen.
• O-toets(82) indrukken.
Intern transportmiddel is uitgeschakeld en de led (81) brandt rood.
126
77
78
79
80
81
82