8.2.2
Gebruiksklare toestand met de bedieningstoetsen (CanCode) realiseren
Gebruiksklare toestand door invoeren van een geldige bedienercode
realiseren
Werkwijze
• NOODSTOP-schakelaar door eraan te trekken ontgrendelen, zie pagina 90.
Led (81) brandt rood.
• Bedienercode met cijfertoetsen invoeren.
Na invoeren van de geldige bedienercode brandt de led (81) groen, het ingestelde
rijprogramma wordt door het branden van de bijbehorende leds (77,78,79)
aangegeven en het interne transportmiddel is ingeschakeld.
Z
Wanneer de led (81) rood knippert, is een onjuiste code ingevoerd. De code moet
nog een keer worden ingevoerd.
De SET-toets (80) heeft geen functie in de bedieningsmodus.
8.2.3
Intern transportmiddel met de bedieningstoetsen (CanCode) uitschakelen
Intern transportmiddel uitschakelen
Werkwijze
• O-toets (82) indrukken.
Intern transportmiddel is uitgeschakeld en de led (81) brandt rood.
Z
Het interne transportmiddel kan ook automatisch na een vooraf ingestelde tijd
worden uitgeschakeld. Als binnen een instelbare tijd geen rij-, stuur- en hydraulische
bewegingen worden uitgevoerd, wordt het interne transportmiddel automatisch
uitgeschakeld. Na invoer van de geldige code is het interne transportmiddel weer
bedrijfsgereed.
codeslotparameter moet worden ingesteld, zie pagina 136.
Standaard ingestelde uitschakeltijd (o)
Automatisch uitschakelen van het interne transportmiddel is geactiveerd. De
uitschakeltijd is af fabriek op 5 minuten ingesteld.
Z
Indien nodig kan de standaardinstelling worden gewijzigd.
De
voor
de
automatische
uitschakeling
verantwoordelijke
125