7
Nooddaling lastopnamemiddel
WAARSCHUWING!
Nooddaling van het lastopnamemiddel
uBij een nooddaling onbevoegde personen uit de gevarenzone van het interne
transportmiddel sturen.
uNooit onder opgeheven lastopnamemiddelen gaan staan of eronder blijven staan.
uHet nooddaalventiel uitsluitend gebruiken, wanneer u naast het interne
transportmiddel staat.
uAls zich het lastopnamemiddel in de stelling bevindt, is geen nooddaling
toegestaan.
uVastgestelde gebreken direct bij de leidinggevende melden.
uDefect intern transportmiddel markeren en stilleggen.
uIntern transportmiddel pas weer in gebruik nemen nadat het defect is gevonden en
verholpen.
7.1
EJC 214/216/220
Nooddaling van het lastopnamemiddel
Voorwaarden
– Lastopnamemiddel bevindt zich niet in de stelling.
Benodigd werktuig (gereedschap) en materiaal
– Steeksleutel SW 8 (EJC 214/216/220)
Werkwijze
• Contactslot (15) in de stand "0" schakelen.
• NOODUIT-schakelaar (9) omlaag drukken,
zie pagina 90.
• Voorkap verwijderen, zie pagina 191
• Bout op ventielblok (75) met steeksleutel
losdraaien (max. 3 slagen).
Lastopnamemiddel wordt gedaald.
Z
Na de nooddaling bout aan ventielblok (75) tot
de aanslag erin draaien.
75
119