77
78
79
Het bedieningspaneel bestaat uit 10 cijfertoetsen,
een SET-toets (80) en een o-toets (82).
Cijfertoetsen
Met de cijfertoetsen wordt de bedienercode resp.
mastercode
ingevoerd
en
het
rijprogramma
geselecteerd.
De groene led van de cijfertoetsen 1, 2 en 3 (77, 78,
79) geven het ingestelde rijprogramma aan.
80
81
82
o-toets
Door het indrukken van de o-toets wordt het intern transportmiddel uitgeschakeld en
in de toestand "niet gebruiksklaar" gezet.
De o-toets geeft met een rode/groene led (81) de volgende bedrijfstoestanden aan:
– Codeslotfunctie (inbedrijfstelling van het interne transportmiddel).
– Foutindicatie bij configureren van de bedienercodes.
– Instelling van het rijprogramma afhankelijk van de instelling van het interne
transportmiddel.
– Instellen en wijzigen van parameters.
SET-toets
Bij veranderingen van de parameters wordt de SET-toets (80) als bevestigingstoets
gebruikt.
124