Batterij opladen
Voorwaarden
– Elektrolyttemperatuur tussen +15 °C en +35 °C
Werkwijze
• Deksels of afdekplaten van de batterijruimte openen of verwijderen.
• De batterij met de juiste polen (plus op plus en min op min) op de uitgeschakelde
lader aansluiten.
• Lader inschakelen.
Z
Tijdens het laden stijgt de elektrolyttemperatuur met ongeveer 10 °C. Als de
temperaturen constant hoger zijn dan 40 °C of lager dan 15 °C is een
temperatuurafhankelijke constantespanningsregeling van de lader vereist. Hierbij
moet de correctiefactor met -0,004 V/Z per °C worden toegepast.
Batterij wordt opgeladen.
Z
Het opladen is afgesloten als de elektrolytdichtheid en de batterijspanning
gedurende 2 uur constant blijft.
Compensatieladen
Compensatieladingen dienen voor het veiligstellen van de levensduur en voor het
behoud van de capaciteit na diepteontladingen en na herhaaldelijke onvoldoende
lading.
Z
Compensatielading één keer per week uitvoeren.
Tussenladen
Tussenladingen van de batterij zijn deelladingen die de dagelijkse gebruiksduur
verlengen. Bij het tussenladen treden hogere gemiddelde temperaturen op, die de
levensduur van de batterijen kunnen verkorten.
Z
Tussenladingen pas vanaf een laadtoestand lager dan 50 % uitvoeren. In plaats
van regelmatig tussenladen wisselbatterijen gebruiken.
Z
Tussenladingen bij PzV-batterijen vermijden.
20