5.4
Windlasten
Bij het heffen, neerlaten en transporteren van grote lasten beïnvloeden windkrachten
de stabiliteit van het interne transportmiddel.
Wanneer lichte ladingen blootstaan aan windkrachten, moeten deze ladingen
bijzonder goed worden geborgd. Daardoor wordt voorkomen dat de lading kan
verschuiven of vallen.
In beide gevallen moet het gebruik worden gestaakt.
5.5
Lastdiagram stapelen en transporteren
Z
Alen bij de EJC 212z / 214z / 216z / 220z
Z
Niet bij optie dubbele belading
Het lastdiagram stapelen en transporteren (28) geeft het draagvermogen Q (in kg)
van het interne transportmiddel bij stapelen en transporteren aan:
A =
stapelen (in- en uitslaan van lasten):
Bij hoogheffing (mastheffing) moet rekening worden gehouden met het
draagvermogen afhankelijk van de hefhoogte, zie pagina 39.
B =
transporteren:
Draagvermogen bij horizontaal transport max. 2000 kg bij opgeheven
wielarmen zonder hoogheffing (mastheffing).
Z
Bij het stapelen mogen lasten met opgeheven laagheffing (wielarmheffing) tot een
hefhoogte van 1800 mm worden in- en uitgeslagen. Voor hefhoogtes boven de
1800 mm moet de laagheffing (wielarmheffing) worden gedaald.
Z
Rijden met opgeheven last (>500 mm) is niet toegestaan.
42
28
A
B