4.2.3
Batterij opladen
Laadcyclus met geïntegreerde batterijlader starten
Netaansluiting ELH
Netspanning: 230 V / 115 V (+15/-10 %)
Netfrequentie: 50 Hz / 60 Hz
Stroomkabel en netstekker (17) van de batterijlader zijn geïntegreerd in de voorkap
of in de batterijruimte (54).
Batterij opladen
Voorwaarden
– Intern transportmiddel veilig parkeren,
zie pagina 87.
– Batterij vrijmaken, zie pagina 56.
– Correct laadprogramma op batterijlader
ingesteld.
Werkwijze
• Eventueel aanwezige isoleermat van de
batterij verwijderen.
• Batterijstekker moet ingestoken blijven.
• Netstekker
steken.
• NOODSTOP-schakelaar omhoog trekken.
De knipperende led geeft de laadtoestand of een storing weer (zie tabel "Led-
indicatie" voor de knippercodes).
Batterij wordt opgeladen.
Z
Wanneer de netstekker (17) op het stroomnet is aangesloten, zijn alle elektrische
functies van het interne transportmiddel onderbroken (elektrische wegrijbeveiliging).
Het interne transportmiddel kan niet worden gebruikt.
64
(17)
in
een
stopcontact
54
17