Bedieningsorganen DIC
CONFIG: indrukken om het eenvou‐
dige of het geavanceerde instrumen‐
tengroepconfiguratiedisplay te selec‐
teren.
9 BACK: indrukken om terug te gaan
naar het vorige scherm, of om terug
te gaan naar het hoofdmenu. Druk op
9 BACK om het display met het DIC-
menu te minimaliseren.
SELECT: druk op het midden van de
knop om de gemarkeerde optie te se‐
lecteren. Draai aan de knop om door
de menuopties te bladeren.
Instrumenten en bedieningsorganen
Menu's en functies selecteren
Bij het hoofdmenu van het DIC:
1. Draai aan de knop SELECT om
door de mogelijke DIC-menu's te
bladeren.
2. Druk bij een gemarkeerde menu‐
optie op SELECT om dat menu te
bevestigen.
3. Blijf aan de ingedrukte knop
SELECT draaien om door de be‐
schikbare menuopties te bladeren
en te selecteren:
Trip A 0 en Trip B 1
3 63.
Resterende levensduur olie I
Het percentage resterende levens‐
duur van de olie wordt getoond.
Motorolie 3 140.
Bandenspanning 2
Van alle vier banden worden de span‐
ningswaarden bij benadering ge‐
toond.
Als er streepjes in plaats van waarden
verschijnen, is er mogelijk een pro‐
bleem met de auto.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Bandenspanning 3 158.
Bandenspanningscontrolesysteem
3 159.
Boordinformatie 3
Draai aan de knop SELECT om door
een actief waarschuwingsbericht te
bladeren. Druk op SELECT om de
berichten te bekijken.
Boordinformatie 3 83.
Eenheid 7
Draai aan de knop SELECT om het
moduledisplay tussen SI en US over
te schakelen. Bevestig de instelling
door op SELECT te drukken.
Handleidingsmodus T
Druk op CONFIG om over te schake‐
len tussen twee handleidingsscher‐
men met toelichtingen op een aantal
functies van de groep.
De handleidingsmodus is alleen be‐
schikbaar als de auto in de parkeer‐
stand P staat.
73