A en het DIC-bericht moet bij de vol‐
gende rijcyclus verdwijnen. De sen‐
soren zijn met een inleertool voor het
bandenspanningscontrolesysteem
aan de posities van de banden/wielen
gekoppeld in deze volgorde: band
linksvoor, band rechtsvoor, band
rechtsachter en band linksachter.
Raadpleeg uw Opel Ampera dealer
voor onderhoud of voor de aanschaf
van een inleertool.
U hebt twee minuten voor het koppe‐
len van de positie van het/de eerste
band/wiel en vijf minuten voor het
koppelen van de posities van alle
banden/wielen. Bij het overschrijden
van deze tijd stopt het koppelen en
moet u opnieuw beginnen.
Koppel de sensoren van het banden‐
spanningscontrolesysteem als volgt:
1. Trek de handrem aan.
2. Schakel het contact in en zet de
auto in P.
3. Maximaliseer een eventueel ge‐
minimaliseerd DIC-display met de
knop SELECT.
4. Blader met de knop SELECT door
het scherm met het bandenspan‐
ningsdisplay.
5. Houd de knop SELECT gedu‐
rende vijf seconden ingedrukt om
het koppelen van de sensoren te
starten.
Er verschijnt een bericht ter be‐
vestiging van de start van het pro‐
ces.
6. Selecteer met de SELECT-knop
Ja met de gemarkeerde optie en
Verzorging van de auto
druk nogmaals op de SELECT-
knop om de optie te bevestigen.
De claxon klinkt twee keer ter aan‐
duiding dat de ontvanger in de in‐
leermodus staat en er verschijnt
een bericht op het DIC-scherm.
7. Begin met de band linksvoor.
8. Zet de inleertool bij het ventiel te‐
gen de wang van de band. Druk
daarna op de knop om de sensor
van het bandenspanningscontro‐
lesysteem te activeren.
De claxon piept ter bevestiging
dat de sensoridentificatiecode
aan de positie van deze band en
dit wiel is gekoppeld.
9. Ga verder met de band rechtsvoor
en herhaal de procedure zoals be‐
schreven in stap 8.
10. Ga verder met de band rechts‐
achter en herhaal de procedure
zoals beschreven in stap 8.
11. Ga verder met de band linksach‐
ter en herhaal de procedure zoals
beschreven in stap 8. De claxon
piept twee keer ter aanduiding dat
161