9 Waarschuwing
Controles in de motorruimte alleen
met uitgeschakelde ontsteking uit‐
voeren.
De koelventilator kan ook bij uit‐
geschakelde ontsteking gaan
draaien.
Motorkap
Openen
1. Schakel het contact vóór het ope‐
nen van de motorkap uit. Als het
contact ingeschakeld is, start de
motor bij het openen van de mo‐
torkap.
Bedrijfsmodi elektrisch voertuig
3 108.
2. Aan de ontgrendelingshendel
trekken en in de uitgangspositie
terugduwen.
Verzorging van de auto
3. Druk de windhaak in de motor‐
ruimte naar rechts en open de mo‐
torkap.
4. Haal de steunstang van de motor‐
kap uit de houder boven de radi‐
ateursteun en zet deze stevig in
de sleufvormige houder in de mo‐
torkap.
Sluiten
Druk de steunstang van de motorkap
in de houder voordat u de motorkap
sluit.
Motorkap laten zakken en in het slot
laten vallen. Controleer of de motor‐
kap vergrendeld is.
139