2. Open de achterklep, til de vloer‐
bedekking op en haak deze met
de lus aan het zijpaneel vast.
Haal de oplaadkabel eruit.
Trek aan de hendel van de op‐
laadkabel om deze uit de clip van
de hendel te halen. Til de oplaad‐
kabel achterwaarts omhoog uit de
auto. De autostekker is opgebor‐
gen zoals getoond.
3. Sluit de oplaadkabel aan op het
stopcontact. Controleer of de lam‐
pen voor de status van de oplaad‐
kabel beide groen zijn. Selecteer
het juiste oplaadniveau. Met de
oplaadniveautoets op de oplaad‐
kabel kunt u het oplaadniveau in‐
stellen.
9 Waarschuwing
Als de capaciteit van het elektri‐
sche circuit of het stopcontact on‐
bekend is, gebruik dan alleen op‐
laadniveau 1 totdat de capaciteit
van het circuit door een deskun‐
dige monteur is vastgesteld. Bij
een oplaadniveau dat de capaci‐
teit van het elektrische circuit of
het stopcontact te boven gaat, is
er kans op brand of schade aan
het elektrische circuit.
Elektrische vereisten 3 133.
Colour-Info-Display 3 74.
Oplaadkabel 3 130.
Rijden en bediening
4. Sluit de autostekker van de op‐
laadkabel aan op de oplaadaan‐
sluiting op de auto. Controleer op
de lamp oplaadstatus bovenop
het instrumentenpaneel brandt en
of de claxon piept.
Oplaadstatus 3 129.
5. Druk op e op de handzender om
het diefstalalarm voor de oplaad‐
kabel op scherp te zetten.
Handzender 3 19.
Persoonlijke instellingen 3 83.
127