Bij een storing in de hoogspannings‐
accu in de elektrische modus of in de
verlengingsmodus actieradius kan de
motor draaien zonder af te slaan om
de benodigde elektriciteit op te wek‐
ken. De storingsindicatielamp brandt.
Storingsindicatielamp 3 68.
Rijmodi
In de elektrische of de verlengings‐
modus actieradius zijn nog andere
bedrijfsmodi mogelijk.
Druk steeds op RIJMODUS wanneer
de gewenste rijmodus in het Driver
Information Centre (DIC) wordt ge‐
markeerd.
Na drie seconden wordt de nieuwe rij‐
modus actief.
Bij de volgende start gaat de auto
standaard naar Normaal.
In sommige omstandigheden werken
bepaalde rijmodi wellicht niet. De niet
beschikbare modus wordt uitgegrijsd
in het DIC-menu en kan niet worden
geselecteerd.
Rijden en bediening
In de modus Sport, Berg of
Stilhouden kan de modus niet blijken
te werken en gaat de auto terug naar
Normaal. De controlelamp gaat uit en
er verschijnt een DIC-bericht.
Driver Information Centre (DIC) 3 72.
SPORT-modus
In de Sport-modus accelereert de
auto sneller dan in de Normaal-mo‐
dus, maar rijdt deze wellicht minder
efficiënt. Gebruik zoveel mogelijk
Normaal.
Controlelamp Sport 3 70.
Bergmodus
Selecteer de Berg-modus aan het be‐
gin van een rit over steile hellingen of
op zeer heuvel- of bergachtig terrein.
In deze modus houdt de hoogspan‐
ningsaccu elektrische reservelading
achter voor betere prestaties op hel‐
lingen. In de Berg-modus accelereert
de auto minder snel. De Berg-modus
beïnvloedt de normale remkracht van
de auto in steile afdalingen niet.
109