het contact ononderbroken. Na het
uitschakelen van het contact dooft
ook het lampje in de toets m.
Voor het bedienen van het systeem
moet de handzender in de auto lig‐
gen. Als de auto niet start, steekt u de
mechanische sleutel van de hand‐
zender in de zendersleuf in het op‐
bergvak instrumentenpaneel.
Voertuig starten en stoppen 3 106.
Contact inschakelen
Schakel het contact uit, trap het rem‐
pedaal in en druk één keer op m om
het contact in te schakelen. Als de
lamp R op de instrumenten‐
groep brandt, is de auto gereed voor
vertrek. Dit kan bij extreem lage tem‐
peraturen zo'n 15 seconden in beslag
nemen. De motor start alleen als dat
nodig is. Als de auto niet startte, ver‐
schijnt er op de instrumentengroep
een scherm met inactieve brandstof-
en accumeters.
Lamp voertuig gereed3 71.
Voertuig starten en stoppen 3 106.
Bedenk dat het bij "contact aan/uit" om de staat van de auto gaat.
1)
Contact uit
Schakel het contact uit met de toets
1)
m bij de auto in P. De vertraagde uit‐
schakeling stroom blijft actief totdat
het bestuurdersportier wordt ge‐
opend. Bij het uitschakelen van het
contact als de auto niet in P staat, is
de auto niet gereed om te rijden, maar
werken sommige elektrische functies
van de auto. Er verschijnt een bericht
op het Driver Information Centre
(DIC).
Behouden stroom uit 3 105.
Elektrische aandrijving 3 112.
De auto heeft een elektrisch stuurslot.
Het slot wordt geactiveerd als het
contact wordt uitgeschakeld en één
van de voorportieren wordt geopend.
Bij het activeren of deactiveren van
het slot kan er een geluid klinken. Als
de wielen niet in de rechtuitstand
staan, wordt het stuurslot wellicht niet
gedeactiveerd. Als dit gebeurt, start
de auto wellicht niet. Draai bij de start‐
poging het stuurwiel van links naar
rechts. Raadpleeg een werkplaats als
dit niet werkt.
Rijden en bediening
Als de auto in een noodsituatie moet
worden uitgeschakeld:
1. Rem stevig en gelijkmatig af. Rem
niet pompend. Hierdoor kan de
rembekrachtiging afnemen en
moet u het rempedaal krachtiger
intrappen.
2. Schakel de auto in N. U kunt dit
onderweg doen. Trap het rempe‐
daal na het inschakelen van N
krachtig in en stuur de auto naar
een veilige locatie.
3. Zet de auto geheel stil, schakel P
in en schakel het contact uit door
op de knop m te drukken.
4. Trek de handrem aan 3 115.
Vertraagde uitschakeling
stroom
De volgende elektronische systemen
kunnen werken tot het bestuurders‐
portier is geopend of ten laatste
10 minuten nadat het contact werd
uitgeschakeld.
105