168
Verzorging van de auto
17. Afdichtmiddel- en luchtslang: Rijd
onmiddellijk 8 km om het afdicht‐
middel in de band te verdelen.
18. Afdichtmiddel- en luchtslang:
Stop op een veilige pek en con‐
troleer de bandenspanning.
Raadpleeg de stappen 1 t/m 11
onder het gebruik van de alleen-
luchtslang.
Rijd niet meer als de bandenspan‐
ning meer dan 0,7 bar onder de
aanbevolen waarde gedaald is.
De band is te zeer beschadigd en
het bandenafdichtmiddel kan de
band niet afdichten.
Als de bandenspanning niet meer
dan 0,7 bar onder de aanbevolen
waarde gedaald is, brengt u de
band op de aanbevolen spanning.
19. Afdichtmiddel- en luchtslang:
Veeg eventuele resten afdicht‐
middel van het wiel, de band en de
auto.
20. Afdichtmiddel- en luchtslang:
Bied het lege blik afdichtmiddel en
de de zwarte afdichtmiddel-/lucht‐
slang compleet bij een plaatse‐
lijke dealer of conform de plaatse‐
lijke wetgeving en gebruiken aan.
21. Afdichtmiddel- en luchtslang: Ver‐
vang het bij een werkplaats door
een nieuw blik.
22. Afdichtmiddel- en luchtslang:
Bied de auto na het tijdelijk afdich‐
ten van een band met de banden‐
reparatieset binnen 160 km rijden
ter reparatie of vervanging bij een
werkplaats aan.
De bandenreparatieset heeft een
adapter voor accessoires in een vak
onderin de behuizing. Hiermee kunt u
o.a. luchtbedden en ballen met lucht
vullen.
Blik afdichtmiddel los- en
aankoppelen
Koppel het blik afdichtmiddel als volgt
los:
1. Wikkel de afdichtmiddelslang los.
2. Druk op de blikontgrendelings‐
knop.
3. Til het blik op en neem het weg.
4. Vervang het door een nieuw blik.
Dit is verkrijgbaar bij een werk‐
plaats.
5. Druk het nieuwe blik op zijn plaats
vast.