128
Rijden en bediening
Opladen beëindigen
1. Druk op c op de handzender om
het diefstalalarm voor de oplaad‐
kabel op onscherp te zetten.
Handzender 3 19.
2. Trek de autostekker van de op‐
laadkabel uit de auto door de hen‐
del van de autostekker in te knij‐
pen en de stekker eruit te trekken.
3. Sluit de oplaadaansluiting.
4. Trek de oplaadkabel uit het stop‐
contact.
5. Berg de oplaadkabel op met de
voorkant omhoog en wikkel de op‐
laadkabel netjes linksom rondom
de kern van de oplaadkabel.
6. Leg de oplaadkabel met de voor‐
kant omlaag in het opbergvak met
de voorste rand van de kern van
de oplaadkabel onder de clips in
de voorkant van het opbergvak.
Leg de autostekker rechts van de
oplaadkabel.
7. Druk de hendel van de oplaadka‐
bel omlaag totdat deze in de hen‐
delclip aan de achterkant van het
opbergvak valt.
Geprogrammeerde
onderdrukking opladen
Negeer tijdelijk vertraagd opladen
door de oplaadkabel van de oplaa‐
daansluiting los te koppelen en weer
binnen vijf seconden aan te sluiten.
De claxon piept één keer en het op‐
laden begint onmiddellijk.