Inschakelen van de watervulfunctie
1.
Schakel de watertoevoer naar de buffertank (indien aanwezig) of naar het watervulstation in.
2.
Instellen van de watervulfunctie AAN (zie Instellen van de watervulvariabelen op pagina 7-3).
5.11
Voorbereiden voor routeprogrammering
5.11.1
Vereisten voor een goede route
Let op het beoogde gebruik voordat u de Discovery programmeert (zie hoofdstuk
Beoogd gebruik).
Maak het voor de machine mogelijk zichzelf te corrigeren
•
Voeg in alle richtingen zo veel mogelijk obstakelpunten toe. Wanneer de machine, als gevolg van het
doorslippen van wielen, het obstakelpunt niet tijdig bereikt, blijft deze doorrijden tot het obstakelpunt
is bereikt. Dit verbetert de nauwkeurigheid van de route.
Houd er rekening mee, dat acties zoals Hoek en Rechtuit tot onnauwkeurige resultaten kunnen leiden.
•
Verzeker u ervan dat het voertuig niet vast kan komen te zitten nadat er een bocht is gemaakt of
rechtdoor is gereden. Programmeer een 'lange actie' (wandcontact: Wandvolgen of Ultrasoon) na een
'korte actie' (geen wandcontact: Hoek of Rechtuit) (zie Richting op pagina 4-31).
Wanneer het voertuig een wand of boxenrij volgt (Wandvolgen of Ultrasoon) en een bocht bereikt,
•
stopt het voertuig, programmeer, een bocht en vervolg de route om de wand te volgen (zie Een bocht
in de wand volgen op pagina 5-18).
Maak het gemakkelijk voor uzelf
Programmeer routes vanaf verschillende posities in de stal terug naar het laadstation. Dit stelt u in
•
staat het voertuig gemakkelijk terug te laten keren naar het laadstation indien het verdwaald raakt.
Maak een back-up na het programmeren van een route.
•
Adapt the route or settings to the herd
•
De pieptoon kan voor elke route afzonderlijk worden aangepast. Wanneer de pieptoonlengte is
ingesteld op 0, is de pieptoon uitgeschakeld UIT. Wanneer een waarschuwingssignaal wordt
afgegeven, hebben de koeien tijd om ruimte te maken. Het is echter ook mogelijk dat het geluid
andere koeien verstoord (onderzoek welke instellingen het beste passen bij uw kudde).
Pas de snelheid aan voor delen van de route, of de hele route, wanneer koeien worden verstoord (zie
•
Instellen van de rijsnelheid voor een bepaalde actie op pagina 5-35).
Sproei alleen water wanneer dit echt nodig is
De inhoud van de watertank bedraagt 30 l, dit is genoeg voor ongeveer 30 minuten sproeien. Hierdoor
moet de machine terugkeren naar het watervulstation (en het laadstation) om water te tanken.
5-8
in n o vato rs in ag ric u ltu re
Bedieningsinstructies