UITSLUITEND voor EENMALIG GEBRUIK. Het implantaat, de plaatsingskatheter of de
handvatconstructie niet opnieuw steriliseren of hergebruiken. Opnieuw steriliseren of reinigen
kan de werking van het CARILLON Mitral Contour System negatief beïnvloeden. Hergebruik
kan leiden tot breken of vervormen van het implantaat. Hergebruik kan ook het uitvouwen,
terugvangen en de sterkte van de verankering in gevaar brengen. Niet autoclaveren
Gebruik het product vóór het verstrijken van de uiterste gebruiksdatum die op het etiket wordt
vermeld.
Gebruik bij het hanteren van het CARILLON Mitral Contour System steriele technieken.
Specifieke aanmaningen tot voorzichtigheid voor de selectie van patiënten
Patiënten met een geschiedenis van atriumfibrilleren moeten v
transoesofageale echo ondergaan om een stolsel in het hartoor van het linkeratrium uit te
sluiten en het risico van een trombo-embolie veroorzaakt door weefselplicatie te beperken.
Patiënten die gevoelig zijn voor nikkel, titaan of nikkel/titaan (nitinol) kunnen een reactie op
het implantaat krijgen.
De permanente plaatsing van het implantaat kan invloed hebben op toekomstige cardiale
procedures, zoals percutane coronaire interventie of de plaatsing door de coronaire sinus van
een stimulatie-elektrode voor resynchronisatietherapie. Voordat verdere coronaire-
sinusinterventies worden uitgevoerd, moet inkapseling van het implantaat worden
overwogen.
Voor patiënten met een bekende aandoening van het geleidingssysteem, in het bijzonder
blokkade van de linkerbundeltak, moet tijdelijke transveneuze RV-stimulatie worden
overwogen voorafgaand aan de canulering van de coronaire sinus.
Patiënten met een linksdominante of co-dominante kransslagadercirculatie hebben een
grotere kans op acute transiënte kransslagadercompressie tijdens de procedure.
Bij patiënten met significante annulaire calcificatie van de mitralisklep wordt de
mitralisklepregurgitatie waarschijnlijk niet verminderd.
Patiënten met cardiomyopathie.
Patiënten met hyperdynamische veneuze compressie; wanneer een deel van het lumen van
de coronaire-sinusader tijdens de hartcyclus volledig samentrekt.
Specifieke aanmaningen tot voorzichtigheid voor de implantatieprocedure
Plaatsing van het implantaat mag uitsluitend worden uitgevoerd in ziekenhuizen waar snel
een spoedeisende cardiale ingreep kan worden verricht.
Canuleer alleen de rechter vena jugularis interna voor het inbrengen van het CARILLON
Mitral Contour System.
Het distale uiteinde van het distale anker moet op ten minste 9 cm afstand van het ostium
van de coronaire sinus worden geplaatst.
Zorg dat de vena coronaria nauwkeuring wordt opgemeten en het juiste implantaat wordt
gekozen.
Voer het CARILLON Mitral Contour System niet op en trek het niet terug als u weerstand
voelt. Bepaal de oorzaak van de weerstand onder fluoroscopie of op een andere manier.
Voer de CMCS-plaatsingskatheter altijd op over een katheter met een buitendiameter van 6
of 7 Fr, zoals een universele diagnostische angiografiekatheter of een buigbare katheter.
LAB-1505-09AE
Control Copy
Copyright © 2013 Cardiac Dimensions
óó
r de procedure een
®
, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Pagina 8 van 48
DCO 16-2305
ORIGINAL
9/6/2016