Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Keuze Van De Doellocatie Voor Implantatie En Selectie Van Het Implantaat - Cardiac Dimensions CARILLON Mitral Contour System XE2 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor CARILLON Mitral Contour System XE2:
Inhoudsopgave

Advertenties

a. Bevestig een draaibare hemostaseklep aan een gevormde diagnostische katheter met
b. Steek een voerdraad van 0,89 mm (0,035 inch) met zachte tip via de draaibare
c. Bevestig een draaibare hemostaseklep aan de rechte poort van de CMCS-
d. Steek de diagnostische katheter met draadconstructie door de draaibare hemostaseklep
e. Steek de hele toegangsconstructie door veneuze inbrenghuls van 10 Fr.
f.
g. Voer de voerdraad op via de coronaire sinus en de vena cordis magna in de anterieure
h. Voer de diagnostische katheter over de voerdraad op naar de overgang tussen de vena
i.
j.
k. Bevestig terugbloeding via de CMCS-plaatsingskatheter. Dit geeft een luminale positie
l.
3. Keuze van de doellocatie voor implantatie en selectie van het
implantaat
a. Voer een gemarkeerde draad of katheter (bijv. een meetkatheter met een buitendiameter
b. Maak een contrastvenogram met klein volume en lage druk via de CMCS-
LAB-1505-09AE
Control Copy
een buitendiameter van 6 Fr (2,0 mm) of 7 Fr (2,3 mm) (bijv. MPA-1 of MPA-2) en spoel
de katheter door met gehepariniseerde zoutoplossing.
hemostaseklep in de diagnostische katheter.
plaatsingskatheter met een buitendiameter van 3,2 mm en spoel de katheter door met
gehepariniseerde zoutoplossing.
op de CMCS-plaatsingskatheter en voer de katheter op.
Canuleer de coronaire sinus met het uitschuifsysteem van de CMCS-plaatsingskatheter,
gevormde diagnostische katheter van 6 of 7 Fr en de voerdraad met zachte tip. Gebruik
de veneuze fase van een eerder arteriogram als angiografische geleide voor canulatie
van het ostium van de coronaire sinus.
interventriculaire vene.
cordis magna en de anterieure interventriculaire vene.
Voer de CMCS-plaatsingskatheter over de diagnostische katheter op naar de overgang
tussen de vena cordis magna en de anterieure interventriculaire vene.
Verwijder de diagnostische katheter en de voerdraad uit de CMCS-plaatsingskatheter.
van de kathetertip aan. Trek zo nodig de plaatsingskatheter terug tot terugbloeding
optreedt.
Ga als alternatief voor de coronaire sinustoegangsmethode als volgt te werk: breng een
buigbare katheter met een buitendiameter van 7 Fr (2,3 mm) (met of zonder
voerdraadlumen) door de draaibare hemostaseklep in de CMCS-plaatsingskatheter.
Canuleer de coronaire sinus met de 7 Fr buigbare katheter. Voer de 7 Fr buigbare
katheter (eventueel over de voerdraad) op naar de overgang tussen de vena cordis
magna en de anterieure interventriculaire vene. Voer de CMCS-plaatsingskatheter over
de 7 Fr buigbare katheter op naar de overgang tussen de vena cordis magna en de
anterieure interventriculaire vene. Verwijder de 7 Fr buigbare katheteruit de CMCS-
plaatsingskatheter. Bevestig terugbloeding via de CMCS-plaatsingskatheter. Dit geeft
een luminale positie van de kathetertip aan. Trek zo nodig de plaatsingskatheter terug tot
terugbloeding optreedt.
van 5 Fr (1,7 mm) of vergelijkbaar hulpmiddel) door de draaibare hemostaseklep naar de
tip van de CMCS-plaatsingskatheter om de lengte en diameter van de ader op te meten.
plaatsingskatheter om te controleren of de kathetertip niet in een zijtak van een ader is
geplaatst of het aderlumen afsluit. Trek de CMCS-plaatsingskatheter zo nodig terug. Als
de positie van de katheter in orde is, maakt en registreert u een contrastvenogram via de
plaatsingskatheter om de veneuze anatomie opaak te maken, en de positie van de
overgang tussen de vena cordis magna en de anterieure interventriculaire vene, de
plaats van het ostium van de coronaire sinus en de gecombineerde lengte van coronaire
Copyright © 2013 Cardiac Dimensions
®
, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Pagina 10 van 48
DCO 16-2305
ORIGINAL
9/6/2016

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave