Gebruiksmogelijkheden
Bij sommige automatische program-
ma's en speciale toepassingen wordt u
verzocht de spijzenthermometer te ge-
bruiken.
U kunt de spijzenthermometer ook voor
uw eigen programma's en voor de vol-
gende ovenfuncties gebruiken:
–
Braadautomaat
–
Hetelucht Plus
–
Bovenonderwarmte
–
Microgolf
–
MG + Braadautomaat
–
MG + Hetelucht Plus
Belangrijke aanwijzingen voor het
gebruik
– U kunt vlees in een pan of afhankelijk
van de ovenfunctie op de rooster of
op de glazen schaal leggen.
– De metalen punt van de spijzenther-
mometer moet geheel in het gerecht
worden gestoken, zodat de tempera-
tuursensor ongeveer de kern van het
gerecht bereikt.
– Bij gevogelte kunt u de metalen punt
het beste in het dikste borstgedeelte
steken. Met uw duim en wijsvinger
vindt u het dikste punt eenvoudig.
– De metalen punt mag niet in aanra-
king komen met botten of zeer vetrij-
ke delen. Wanneer de punt in aanra-
king komt met vetweefsel of botten,
kan dit ertoe leiden dat de oven te
vroeg wordt uitgeschakeld.
– Kies bij doorregen vlees de hoogste
waarde van het kerntemperatuurbe-
reik uit de bereidingstabel.
– Bij gebruik van aluminiumfolie, braad-
folie of een braadzak steekt u de spij-
zenthermometer door de folie tot in
de kern van het gerecht. U kunt de
spijzenthermometer ook ingestoken
in het vlees in de folie doen. Houd u
hierbij aan de aanwijzingen van de fo-
liefabrikant.
Spijzenthermometer gebruiken
Steek de metalen punt van de spij-
zenthermometer helemaal in het ge-
recht.
Als u meerdere stukken vlees tegelijker-
tijd wilt bereiden, steek de spijzenther-
mometer dan in het dikste stuk vlees.
Plaats het gerecht in de oven.
Steek de stekker van de spijzenther-
mometer in het aansluitpunt. De stek-
ker moet vastklikken.
Sluit de deur.
Kies de functie of het automatische
programma.
Stel de temperatuur en de kerntem-
peratuur in, indien nodig.
Braden
97