Inbedrijfstelling
6.2
Tractor/machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen
82
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden,
vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en
stoten bij handelingen aan de machine door
·
onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de
tractor opgeheven, onbeveiligde machine
·
onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen
·
onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine
combinatie.
·
Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld starten en
wegrollen voordat u handelingen aan de machine uitvoert.
Alle handelingen aan de machine, zoals montagewerkzaamheden,
instellen, verhelpen van storingen, reinigen, uitvoeren van service- en
onderhoudswerkzaamheden, zijn verboden
·
als de machine nog wordt aangedreven;
·
zolang de tractormotor met aangesloten hydraulisch systeem
loopt
·
als de contactsleutel in het contactslot van de tractor zit en de
tractormotor bij aangesloten aandrijfas / hydraulisch systeem
onbedoeld kan worden gestart;
·
wanneer de tractor niet met de handrem tegen onbedoeld
wegrollen is beveiligd;
·
wanneer bewegende onderdelen niet tegen onbedoeld bewegen
zijn geblokkeerd.
Vooral bij deze werkzaamheden bestaat er gevaar door contact
met onbeveiligde onderdelen.
1. Parkeer de tractor met de machine alleen op een vaste en
vlakke bodem.
Laat de opgetilde, onbeveiligde machine/opgetilde, onbeveiligde
machinedelen zakken.
® Op deze wijze voorkomt u dat zij onbedoeld zakken.
2. Zet de motor van de tractor uit.
3. Verwijder de contactsleutel.
4. Trek de handrem van de tractor aan.
AD BAH0042-3 08.14