Samenvatting van Inhoud voor Amazone Centaur 3001 Super
Pagina 1
Bedieningshandleiding Centaur 3001 4001 5001 Super Special Mulchcultivator Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de MG 2182 aanwijzingen zorgvuldig op! BAG 0024.1 06.07 Bewaar de Printed in Germany bedieningshandleiding voor toekomstig gebruik!
Pagina 2
Het mag niet onbelangrijk of overbodig voorkomen, deze gebruiksaanwijzing te lezen en zich aan de aanwijzingen te houden; het volstaat niet van anderen te horen, dat de machine goed is, ze daarom te kopen en te denken dat alles vanzelf gaat.
Inhoud Tips voor de gebruiker ................8 Doel van het document ......................8 Plaatsaanduidingen in de bedieningshandleiding..............8 Gebruikte beschrijvingen ......................8 Algemene veiligheidsinstructies ..............9 Verplichtingen en aansprakelijkheid ..................9 Beschrijving van veiligheidssymbolen..................11 Organisatorische maatregelen....................12 Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen .................12 Vrijblijvende veiligheidsmaatregelen..................12 Scholing van de personen .....................13 Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik...............14 Gevaren door resterende energie..................14 Onderhoud, service en oplossen van storingen ..............14...
Pagina 6
Inhoud Hydraulische bedrijfsrem....................... 46 5.4.1 Aansluiten van het hydraulische remsysteem............... 46 5.4.2 Loskoppelen van het hydraulische remsysteem ..............46 Tanden ..........................47 Zaaischijf ..........................48 Tastwielen ..........................48 Steunwielen ........................... 49 Egalisatie-eenheid ................50 C e n t a u r S u p e r 5.10 Egalisatie-eenheid ................
Pagina 7
Inhoud 12.6 Vervangen van zaaischijven (vakwerkplaats) ................88 12.7 Vervangen van clip-on-zaaischijf (vakwerkplaats)..............88 12.8 Vervangen van schijven (vakwerkplaats)................88 12.9 As en rem ..........................89 12.9.1 Luchtketel ontwateren ......................90 12.9.2 Leidingfilter reinigen .......................90 12.9.3 Gebruiksaanwijzing voor het controleren van het tweekrings-bedrijfsremsysteem (vakwerkplaats) ........................91 12.9.4 Hydraulische gedeelte van het remsysteem ................92 12.10...
Tips voor de gebruiker Tips voor de gebruiker Het hoofdstuk Tips voor de gebruiker bevat informatie over het omgaan met de bedieningshandleiding. Doel van het document Deze bedieningshandleiding • beschrijft de bediening en het onderhoud van de machine. • voorziet u van belangrijke informatie om veilig en efficiënt met de machine te werken.
Algemene veiligheidsinstructies Algemene veiligheidsinstructies Dit hoofdstuk bevat belangrijke instructies om veilig met de machine te werken. Verplichtingen en aansprakelijkheid Instructies in de bedieningshandleiding opvolgen Kennis van de basisveiligheidsinstructies en veiligheidsvoorschriften is de eerste voorwaarde om veilig en zonder storingen met de machine te kunnen werken.
Pagina 10
Algemene veiligheidsinstructies Gevaren bij het werken met de machine De machine is gebouwd volgens de allernieuwste techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Toch kunnen er zich bij het gebruik van de machine gevaren en beschadigingen voordoen • voor het leven van de chauffeur of derden, •...
Algemene veiligheidsinstructies Beschrijving van veiligheidssymbolen Veiligheidsinstructies worden aangegeven met een driehoekig veiligheidssymbool en een signaalwoord. Het signaalwoord (GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG) beschrijft de ernst van het dreigende gevaar en heeft de volgende betekenis: GEVAAR verwijst naar een direct gevaar met een hoog risico dat de dood of zwaar lichamelijk letsel (verlies van lichaamsdelen of langdurig letsel) ten gevolge kan hebben als het gevaar niet wordt vermeden.
Algemene veiligheidsinstructies Organisatorische maatregelen De eigenaar dient de benodigde persoonlijke veiligheidsuitrustingen ter beschikking te stellen, zoals: • Veiligheidsbril • Veiligheidsschoenen • Beschermende kleding • Beschermingsmiddelen voor de huid, enz. De bedieningshandleiding • altijd daar bewaren waar de machine wordt gebruikt! •...
Algemene veiligheidsinstructies Scholing van de personen Alleen geschoolde en geïnstrueerde personen mogen met/aan de machine werken. De eigenaar dient de bevoegdheden voor het bedienen en onderhouden duidelijk vastleggen. Personen die nog moeten worden opgeleid, mogen alleen onder toezicht van een ervaren persoon met/aan de machine werken. Personen Voor de Geïnstrueerd...
Algemene veiligheidsinstructies Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik Gebruik de machine alleen als alle veiligheids- en beschermingsvoorzieningen volledig functioneren. Controleer de machine tenminste een keer per dag op waarneembare schade en het correct functioneren van de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen. Gevaren door resterende energie Houd rekening met mechanische, hydraulische, pneumatische en elektrische/elektronische resterende energie in de machine.
Algemene veiligheidsinstructies WAARSCHUWING Gevaar door bekneld raken, snijden, naar binnen trekken en stoten door breuk van dragende onderdelen. Het is verboden • om te boren in frame of onderstel. • om bestaande gaten in frame of onderstel op te boren. •...
Algemene veiligheidsinstructies 2.13 Waarschuwingsstickers en andere tekens op de machine Houd alle waarschuwingsstickers op de machine altijd schoon en goed leesbaar! Vervang onleesbare waarschuwingsstickers. Bestel de waarschuwingsstickers aan de hand van het bestelnummer (bijv. MD 075) bij uw dealer. Opbouw waarschuwingssticker Waarschuwingsstickers geven gevaarlijke plaatsen op de machine aan en waarschuwen voor restgevaren.
Pagina 17
Algemene veiligheidsinstructies Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 078 Gevaar voor bekneld raken van vingers of hand door bewegende, toegankelijke onderdelen in de machine! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel met verlies van lichaamsdelen aan vingers of hand. Reik nooit met uw handen of armen in de gevaarlijke plaats zolang de tractormotor met aangesloten aandrijfas / hydraulisch systeem loopt.
Pagina 18
Algemene veiligheidsinstructies MD 089 Gevaar! Gevaar voor bekneld raken voor het hele lichaam in de gevarenzone onder zwevende lasten / machineonderdelen! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop. Er mogen zich geen personen onder zwevende lasten / machineonderdelen ophouden.
Pagina 19
Algemene veiligheidsinstructies MD 096 Infectiegevaar voor het gehele lichaam door vloeistof dat onder hoge druk naar buiten stroomt (hydraulische olie)! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam wanneer onder hoge druk naar buiten stromende hydraulische olie via de huid in het lichaam komt.
Pagina 20
Algemene veiligheidsinstructies MD 114 Dit pictogram geeft een smeerpunt aan. MD 115 De maximale werkdruk in het hydraulische systeem bedraagt 200 bar. MD 132 De vereiste bandenspanning bedraagt 1,8 bar. MD 136 De vereiste bandenspanning bedraagt 4,3 bar. MD 145 De CE-markering op de machine geeft aan dat de machine voldoet aan de bepalingen van de EU-richtlijnen die van kracht zijn.
Pagina 21
Algemene veiligheidsinstructies MD 163 Gevaar voor vallen van de V-ringbandenwals door onbedoeld verdraaien van walssegmenten! Veroorzaakt zware verwondingen aan het hele lichaam. Betreden van de walssegmenten van de V- ringbandenwals is verboden. Centaur BAG 0024.1 06.07...
Algemene veiligheidsinstructies 2.13.1 Plaats van de waarschuwingsstickers en overige aanduidingen Waarschuwingssticker De volgende afbeeldingen geven aan waar de waarschuwingsstickers op de machine zijn aangebracht. Centaur 3001 Afb. 1 Afb. 2 Centaur BAG 0024.1 06.07...
Pagina 23
Algemene veiligheidsinstructies Centaur 4001 / 5001 Afb. 3 Afb. 4 Centaur BAG 0024.1 06.07...
Algemene veiligheidsinstructies 2.14 Gevaren bij het negeren van de veiligheidsinstructies Het negeren van de veiligheidsinstructies • kan personen in gevaar brengen, schadelijk zijn voor het milieu en beschadigingen aan de machine veroorzaken. • kan leiden tot het verlies van alle aanspraken op schadevergoeding.
Algemene veiligheidsinstructies 2.16 Veiligheidsinstructies voor de chauffeur WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten vanwege het ontbreken van verkeers- en gebruiksveiligheid! De machine en tractor voor gebruik altijd controleren op verkeers- en gebruiksveiligheid! 2.16.1 Algemene veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van ongevallen •...
Pagina 26
Algemene veiligheidsinstructies aan- of loskoppelt, dient u de bedieningshendel van de hydraulica van de tractor te blokkeren in een positie waarin onbedoeld heffen of zakken wordt uitgesloten! • Zet de steunelementen (indien aanwezig) bij het aan- en afkoppelen van machines in de juiste stand (stabiliteit bij stilstand)! •...
Pagina 27
Algemene veiligheidsinstructies Transport van de machine • Bij het rijden op de openbare weg dient u zich aan de geldende verkeersregels te houden! • Controleer voor transport ο of voedingsleidingen correct zijn aangebracht; ο of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is; ο...
Algemene veiligheidsinstructies geborgd. • Pas uw rijsnelheid aan de omstandigheden ter plaatse aan! • Schakel bij bergaf rijden een lagere versnelling in! • Schakel de onafhankelijke wielremmen tijdens transport altijd uit (pedalen vergrendelen)! 2.16.2 Hydraulisch systeem • Het hydraulische systeem staat onder hoge druk! •...
Algemene veiligheidsinstructies Raadpleeg bij wonden door hydraulische olie direct een arts! Infectiegevaar. • Door de mogelijk grote kans op infectie, dient u bij het opsporen van lekkages gebruik te maken van passende hulpmiddelen. 2.16.3 Elektrisch systeem • Bij werkzaamheden aan het elektrische systeem dient u altijd de accu (minpool) los te koppelen! •...
Algemene veiligheidsinstructies 2.16.5 Remsysteem • Alleen vakbedrijven of erkende remspecialisten mogen instel- en reparatiewerkzaamheden aan het remsysteem uitvoeren! • Laat het remsysteem regelmatig grondig controleren! • Stop de tractor direct in geval van storingen in het remsysteem. Laat de storing direct verhelpen! •...
Algemene veiligheidsinstructies 2.16.6 Banden • Reparatiewerkzaamheden aan banden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bandenspecialisten met het juiste montagegereedschap! • Controleer de bandenspanning regelmatig! • Houd u aan de voorgeschreven bandenspanning! Een te hoge bandenspanning kan explosie veroorzaken! • Zet de machine op een veilige plaats en beveilig de machine tegen onbedoeld zakken en wegrollen (handrem, wielblokken) voordat u werkzaamheden aan de banden uitvoert! •...
Op- en afladen Op- en afladen Op- en afladen met tractor WAARSCHUWING Er bestaat gevaar voor ongelukken als de tractor niet geschikt is en het remsysteem van de machine niet op de tractor is aangesloten en gevuld is! • Koppel de machine in overeenstemming met de voorschriften aan de tractor, voordat u de machine op een transportvoertuig laadt of van een transportvoertuig aflaadt! •...
Beschrijving van het product Beschrijving van het product Dit hoofdstuk • geeft een uitgebreid overzicht van de opbouw van de machine. • geeft de namen van de afzonderlijke bedieningshendels. Lees dit hoofdtuk bij voorkeur bij de machine. Zo raakt u optimaal vertrouwd met de machine.
Beschrijving van het product Afb. 6 Afb. 6/... (1) Onderstel- en walswielen (4) Hydraulische cilinder onderstel (2) Afstrijker (5) Hydraulische cilinder elementen in- /uitklappen ( C e n t a u r 4 0 0 1 5 0 0 1 (3) Hydraulische cilinder middelste walswielen voor geremde onderstellen (6) Extra ballast (optie)
Beschrijving van het product Overzicht – voedingskabels tussen tractor en machine • Hydraulische slangen • Elektrische kabel voor verlichting • Aansluiting op hydraulische rem of • Luchtdrukremsysteem ο remleiding met gele koppelmof ο voorraadleiding met rode koppelmof Afb. 8 Verkeerstechnische uitrusting Afb.
Beschrijving van het product Gebruik volgens voorschriften De mulchcultivator C e n t a u r • is uitsluitend bedoeld voor normale landbouwkundige werkzaamheden. • wordt met de trekstangen aan een tractor gekoppeld en bediend door één persoon. De volgende liggingen op een helling kunnen worden bereden •...
Beschrijving van het product wegrollen zijn beveiligd. De bedieningspersoon mag de machine alleen bewegen of werkgereedschappen van transport- in arbeidsstand en van arbeidsstand in transportstand zetten of in beweging brengen wanneer er geen personen in de gevarenzone van de machine aanwezig zijn.
Beschrijving van het product Technische gegevens C e n t a u r 3 0 0 1 4 0 0 1 5 0 0 1 S u p e r S p e c i a l S u p e r S p e c i a l S u p e r S p e c i a l...
Beschrijving van het product 4.10 Benodigde tractoruitrusting Om de machine in overeenstemming met de voorschriften te gebruiken, dient de tractor te voldoen aan de volgende voorwaarden. Motorvermogen van de tractor vanaf 100 kW 3 0 0 1 S p e c i a l vanaf 110 kW 3 0 0 1 S u p e r vanaf 110 kW...
Opbouw en werking Opbouw en werking Dit hoofdstuk informeert u over de opbouw van de machine en de werking van de afzonderlijke componenten. Werking Afb. 12 is geschikt C e n t a u r ο voor het omploegen van grasland zonder voorwerk, ο...
Opbouw en werking Hydraulische aansluitingen WAARSCHUWING Infectiegevaar door hydraulische olie die onder hoge druk naar buiten stroomt! Bij het aansluiten en loskoppelen van de hydraulische slangen moet het hydraulische systeem van zowel de tractor als van de machine drukloos zijn! Raadpleeg bij letsel door hydraulische olie direct een arts.
Opbouw en werking 5.2.1 Hydraulische slangen aansluiten WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door functiestoringen als gevolg van verkeerd aangesloten hydraulische slangen! Let bij het aansluiten van de hydraulische slangen op de kleurmarkeringen op de hydraulische stekkers. •...
Opbouw en werking Tweekrings-bedrijfsremsysteem De machine heeft geen handrem! Beveilig de machine altijd met de wielkeggen voordat u de machine loskoppelt van de tractor! Tweekrings-luchtdrukremsysteem De machine is uitgerust met een tweekrings-luchtdrukremsysteem met hydraulisch bediende remcilinder voor de remschoenen in de remtrommels.
Opbouw en werking Afb. 15/... (1) Leidingfilter van voorraadleiding (2) Leidingfilter van remleiding (3) Remklep van aanhanger (4) Luchtdrukketel (5) Testaansluiting voor manometer (6) Aftapventiel (7) Aflaatklep Afb. 16/... (1) Remcilinder (2) Expansiereservoir remvloeistof Afb. 16 5.3.1 Aansluiten van de rem- en voorraadleiding WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten vanwege een niet goed functionerend...
Opbouw en werking verontreiniging. 4. Maak verontreinigde afdichtringen schoon en vervang beschadigde afdichtringen. 5. Bevestig de koppelmof van de remleiding (geel) volgens voorschrift aan de geel gemarkeerde koppeling van de tractor. 6. Verwijder de koppelmof van de voorraadleiding (rood) uit de blinde koppeling.
Opbouw en werking Hydraulische bedrijfsrem Voor het aansturen van de hydraulische bedrijfsrem heeft de tractor een hydraulische reminrichting nodig. 5.4.1 Aansluiten van het hydraulische remsysteem Sluit uitsluitend schone hydraulische koppelingen aan. 1. Verwijder de beschermkappen. 2. Maak, indien nodig, de hydraulische stekker en de hydraulische stekkerdoos schoon.
Opbouw en werking Tanden De tandenrijen worden gedragen door het frame. De afstand tussen de rijen bedraagt • 20 cm bij de C e n t a u r S u p e r • 25 cm bij de C e n t a u r S p e c i a l Dankzij de framehoogte van 105 cm is er veel vrije ruimte, zodat ook grote hoeveelheden stro probleemloos kunnen passeren.
Opbouw en werking Zaaischijf De tanden van de kunnen worden C e n t a u r uitgerust met verschillende zaaischijven: Afb. 19/... (1) Stoppelschijf (170 mm): bij vlakke stoppelbewerking om het uitgevallen graan en stro te vermengen. (2) Spiraalschijf (75 mm): bij gemiddelde diepte;...
Opbouw en werking Steunwielen (optie) Dankzij de gestuurde steunwielen bereikt de veilig de ingestelde werkdiepte. C e n t a u r Door de gestuurde constructie zijn flauwe bochten mogelijk. De steunwielen kunnen het gewicht van de machine te dragen, zodat de trekstangen van de tractor in de zweefstand kunnen worden gezet.
Opbouw en werking Egalisatie-eenheid Centaur Super De machine beschikt over 2 rijen egalisatieschijven (Afb. 19). De schijven hebben een diameter van 460 mm. Per meter werkbreedte zijn er acht schijven aangebracht. Ze vermengen, verkruimelen en egaliseren de grond. De werkdiepte van de egalisatie-eenheid wordt ingesteld via twee spansloten.
Opbouw en werking 5.11 Kantschijven / kanttanden De kantschijven/kanttanden zorgen voor een vlak veld zonder dammen. Ze kunnen aan de grondgesteldheid en de rijsnelheid worden aangepast. 5.11.1 Kantschijven C e n t a u r S u p e r Bij de C e n t a u r S u p e r •...
Opbouw en werking 5.11.2 Kantschijven / kanttanden C e n t a u r S p e c i a l Bij de C e n t a u r S p e c i a l • kunnen de kantschijven/kanttanden naar de zijkant worden uitgeschoven, •...
Opbouw en werking 5.11.4 Ingrijphoek van kantschijven instellen 1. Bedien tractorregeleenheid 1 (2 x geel). → Onderstel oplichten! 2. Draai de 3 schroefverbindingen (Afb. 33/1) los. 3. Stel de ingrijphoek door de kantschijven te verdraaien zodanig in, dat er geen damvorming optreedt.
Opbouw en werking 5.13 Trekbalk De machine wordt via een trekbalk van de categorie III aan de tractor gekoppeld. Er kunnen ook trekbalken van de categorie IV en V (Kirovetz-tractors) worden geleverd. Afb. 36 5.14 Steunpoot Afb. 37: De steunpoot is opgeklapt tijdens het gebruik of transport van de machine.
Opbouw en werking 5.15 Extra ballast Optie Voor een grotere verdichting van de grond kan worden voorzien van maximaal C e n t a u r 500 kg extra ballast. Aanbrengen: • Plaats de extra gewichten links- en rechtsbuiten op de achterste koker van het frame.
Opbouw en werking 5.16 Nabewerkingseenheid Optie kan aan de achterzijde met een C e n t a u r • gietringwals (Afb. 41) of een • eg (Afb. 42) als extra bewerkingseenheid worden uitgerust. Met de extra gietringwals wordt met name bij een makkelijke ondergrond het resultaat van de standaard-bandenwals geoptimaliseerd.
Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Dit hoofdstuk voorziet u van informatie over • het in bedrijf stellen van uw machine; • de wijze waarop u kunt controleren of u de machine aan uw tractor kunt aansluiten/aankoppelen. • Voor het in bedrijf stellen van de machine moet de gebruiker deze handleiding hebben gelezen en begrepen.
Inbedrijfstelling Voor de geschiktheid van uw tractor zijn in het bijzonder de volgende voorwaarden van belang: • het toelaatbare totaalgewicht • de toelaatbare asbelastingen • de toelaatbare oplegdruk op het koppelingspunt van de tractor • de draagvermogens van de gemonteerde banden •...
Inbedrijfstelling 6.1.1.1 Benodigde gegevens voor de berekening Afb. 43 [kg] Eigen gewicht van tractor zie bedieningshandleiding van tractor of [kg] Voorasbelasting van de lege tractor kentekenbewijs [kg] Achterasbelasting van de lege tractor [kg] Frontgewicht (indien aanwezig) zie technische gegevens Frontgewicht of wegen [kg] Maximale oplegdruk...
Inbedrijfstelling 6.1.1.2 Berekening van het minimaal noodzakelijke ballastgewicht voor G om de V min bestuurbaarheid van de tractor te waarborgen • − • • • Voer de waarde van het berekende minimale ballastgewicht G V min dat aan de voorzijde van de tractor nodig is, in de tabel (hoofdstuk 6.1.1.7) in.
Pagina 61
Inbedrijfstelling 6.1.1.7 Tabel Daadwerkelijke waarde Toelaatbare waarde Dubbel toelaatbaar volgens berekening volgens draagvermogen bedieningshandleiding (twee banden) van tractor Minimaal ballastgewicht voor/achter ≤ Totaalgewicht ≤ ≤ Voorasbelasting ≤ ≤ Achterasbelasting • Raadpleeg het kentekenbewijs van uw tractor voor de toelaatbare waarden voor het totaalgewicht van de tractor, de asbelastingen en het draagvermogen van de banden.
Inbedrijfstelling 6.1.2 Voorwaarden voor het gebruik van tractoren met aangekoppelde machines WAARSCHUWING Gevaar voor breuk bij gebruik van componenten door ontoelaatbare combinaties van koppelinrichtingen! • Zorg ervoor dat ο de daadwerkelijke oplegdruk niet hoger is dan de toelaatbare oplegdruk voor de koppelinrichting van de tractor;...
Inbedrijfstelling Beveilig de tractor/machine tegen onbedoeld starten en wegrollen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten bij handelingen aan de machine door • onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven, onbeveiligde machine;...
Machine aan- en afkoppelen Machine aan- en afkoppelen Raadpleeg bij het aan- en afkoppelen van machines het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker", blz. 25. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken door onbedoeld starten en wegrollen van de machine en tractor bij het aan- of afkoppelen van de machine! Beveilig de tractor en machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u voor het aan- of afkoppelen in de gevarenzone tussen...
Pagina 65
Machine aan- en afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten als de machine onbedoeld loskomt van de tractor! • Gebruik de daartoe bestemde inrichtingen om de tractor en machine in overeenstemming met de voorschriften aan elkaar te koppelen.
Machine aan- en afkoppelen 5. Rijd de tractor verder naar achteren naar de machine, zodat de haken van de trekstangen van de tractor de kogelkoppelingen van de onderste koppelingspunten van de machine automatisch opnemen. → De haken van de trekstangen vergrendelen automatisch. 6.
Machine aan- en afkoppelen 7.2.1 Manoeuvreren met de losgekoppelde machine Tweekrings-luchtdrukremsysteem VOORZICHTIG Bij het manoeuvreren met losgezette bedrijfsrem moet zeer zorgvuldig te werk worden gegaan, omdat de machine alleen wordt geremd door het trekkende voertuig. De machine moet met het trekkende voertuig zijn verbonden, voordat de aflaatklep van de aanhangerremklep wordt bediend.
Pagina 68
Machine aan- en afkoppelen Hydraulisch remsysteem GEVAAR Bij het manoeuvreren moet zeer zorgvuldig te werk worden gegaan, omdat de machine alleen wordt geremd door het trekkende voertuig. De machine moet met het trekkende voertuig zijn verbonden, voordat de handrem wordt losgezet. De rem van het trekkende voertuig moet bediend zijn.
Instellingen Instellingen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door • onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. • onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine. •...
Instellingen 8.1.1 Mechanische diepte-instelling Met de mechanische diepte-instelling kan de werkdiepte van de eenvoudig worden aangepast wanneer de machine C e n t a u r stilstaat. Afstandselementen aan de wals- en onderstelwielen aan de achterzijde van de machine en afstandselementen aan de dieptegeleidingswielen aan de voorzijde (optie) zijn onverliesbaar gelagerd en kunnen afhankelijk van de gewenste werkdiepte in- of uitgezwenkt worden.
Pagina 71
Instellingen Mechanische diepte-instelling bij de C e n t a u r 4 0 0 1 / 5 0 0 1 De mechanische diepte-instelling vindt plaats • via de hydraulische cilinder van het onderstel (Afb. 48), • via de instelelementen van de naloopwals links en rechts (Afb.
Instellingen 8.1.2 Hydraulische diepte-instelling Met de hydraulische diepte-instelling (niet voor de C e n t a u r ) kan de werkdiepte van de vanuit de 3 0 0 1 S p e c i a l C e n t a u r tractor worden aangepast.
Instellingen Werkdiepte van de egalisatie-eenheid De werkdiepte van de egalisatie-eenheden kan worden aangepast aan de grondgesteldheid, aan de planten en aan de rijsnelheid. Werkdiepte van egalisatie-eenheid instellen Spindellengte instellen: Gebruik voor het instellen een hendel met een ratel, zie blz. 74. C e n t a u r S p e c i a l Afb.
Pagina 74
Instellingen Schaal voor in te stellen lengte Om de spindels op dezelfde lengte in te stellen, moet de schaal worden gebruikt. Na de instelling moeten de wijzers (Afb. 57/1) op dezelfde markering (Afb. 57/2) van de schaal staan. Afb. 57 Spindels via ratel instellen 1.
Transport Transport • Raadpleeg bij transportritten het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker", blz. 27. • Controleer voor transport ο of de voedingskabels correct zijn aangebracht; ο of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is; ο het remsysteem en het hydraulisch systeem op in het oog lopende gebreken.
Transport WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar voor breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor! Deze gevaren veroorzaken zwaar lichamelijk letsel met mogelijk dodelijke afloop. Houd rekening met de maximale belading van de aangebouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare asbelasting en oplegdruk van de tractor! Rijd indien nodig met een gedeeltelijk gevulde tank.
Pagina 77
Transport C e n t a u r 4 0 0 1 5 0 0 1 Afb. 60 1. Bedien tractorregeleenheid 1. → Machine volledig oplichten (Afb. 60/1), wendakkerstand! 2. Licht de trekstangen van de tractor op (Afb. 60/2). : bedien tractorregeleenheid 3: C e n t a u r 4 0 0 1 5 0 0 1 →...
Werken met de machine Werken met de machine Houd u bij het werken met de machine aan de aanwijzingen van hoofdstukken • "Waarschuwingsstickers en overige aanduidingen op de machine", vanaf blz. 16 en • "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker", vanaf blz. 25 Het opvolgen van deze aanwijzingen is voor uw eigen veiligheid.
Werken met de machine 10.1 Machine in werkstand zetten Machine van transportstand in werkstand zetten: C e n t a u r 3 0 0 1 Afb. 63 1. Zet de kantschijven in de werkstand, zie blz. 51. 2. Bedien tractorregeleenheid 1. →...
Pagina 80
Werken met de machine C e n t a u r 4 0 0 1 5 0 0 1 1. Verwijder de afdekzeilen. 2. Open de kogelkraan (Afb. 64/1) (positie B). Afb. 64 Afb. 65 3. Bedien tractorregeleenheid 1. → Machine compleet oplichten (Afb.
Werken met de machine 10.2 Tijdens het werk Machine met steunwielen: • Trekstangen van de tractor in de zweefstand zetten. • Slippen de achterwielen van de tractor te veel, dan verdient het aanbeveling om de trekstangen iets omhoog te brengen zodat het gewicht van de machine naar de tractor wordt verplaatst.
Storingen Storingen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door • onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. • onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine. •...
Reinigen, service en onderhoud Reinigen, service en onderhoud WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door • onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. • onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine.
Reinigen, service en onderhoud 12.2 Smeervoorschrift (vakwerkplaats) Smeer alle smeernippels (afdichtingen schoon houden). Smeer/vet de machine volgens de opgegeven intervallen. De smeerpunten zijn op de machine aangegeven met de sticker (Afb. 66). Reinig smeernippels en vetspuit voor het smeren grondig, zodat er geen vuil in de lagers wordt geperst.
Reinigen, service en onderhoud 12.2.1 Overzicht van smeerpunten Afb. 67 Smeerpunten Interval [h] Aantal Lager elementen C e n t a u r 4 0 0 1 / 5 0 0 1 Steunwiel / tastwiel 4 / 2 Trekbalk Hydraulische cilinder voor het in- /uitklappen ( C e n t a u r 4 0 0 1 / 5 0 0 1...
Reinigen, service en onderhoud 12.3 Onderhoudsschema – overzicht • Voer de onderhoudswerkzaamheden uit zodra de eerste termijn is bereikt. • Tijdsintervallen, draai-uren van de motor of service- intervallen van de eventueel bijgeleverde documenten van derden hebben voorrang. Na de eerste belastingsrit Onderdeel Onderhoudswerkzaamheid Zie blz.
Reinigen, service en onderhoud Indien nodig Onderdeel Onderhoudswerkzaamheid Zie blz. Vakwerkplaats • Defecte gloeilampen Elektrische verlichting vervangen: • Zaaischijf Vervangen • Afstrijker Instellen • Slijtagecontrole - vervangen bij Schijf XL011 minimumdiameter 360 • Bouten topstang/trekstang Vervangen 12.4 Montage en demontage van tanden (vakwerkplaats) VOORZICHTIG Als overbelastingsbeveiliging van de tanden worden 2 trekveren gebruikt die onder hoge voorspanning staan.
Reinigen, service en onderhoud 12.6 Vervangen van zaaischijven (vakwerkplaats) VOORZICHTIG Bij het vervangen van zaaischijven zeer voorzichtig te werk gaan! De bouten in het vierkant mogen niet meedraaien. Gevaar voor verwonding door scherpe bramen! Afb. 69 12.7 Vervangen van clip-on-zaaischijf (vakwerkplaats) Voor het demonteren van een clip-on-zaaischijf moet de spanpen met een drevel naar beneden toe eruit worden getikt en moet de zaaischijf naar...
Reinigen, service en onderhoud 12.9 As en rem Aanbevolen wordt een afstemming tussen trekker en machine voor een optimaal remgedrag en minimale slijtage van de remvoeringen. Laat deze afstemming na een geschikte inrijperiode van het bedrijfsremsysteem uitvoeren bij een vakwerkplaats. Om remproblemen te voorkomen, alle voertuigen overeenkomstig EG-richtlijn 71/320 EEG instellen! WAARSCHUWING...
Reinigen, service en onderhoud 12.9.1 Luchtketel ontwateren 1. Trek het aftapventiel (Afb. 72/1) aan de ring naar de zijkant tot er geen water meer uit de luchtdrukketel komt. → Er komt water uit het aftapventiel. 2. Schroef het aftapventiel uit de luchtdrukketel en maak de luchtdrukketel schoon als deze vuil is.
Reinigen, service en onderhoud 12.9.3 Gebruiksaanwijzing voor het controleren van het tweekrings- bedrijfsremsysteem (vakwerkplaats) Controle op lekkage 1. Controleer alle aansluitingen, buis-, slang- en schroefverbindingen op lekkage. 2. Repareer lekkages. 3. Verhelp schuurplekken van buizen en slangen. 4. Vervang poreuze en defecte slangen. 5.
Reinigen, service en onderhoud 12.9.4 Hydraulische gedeelte van het remsysteem 12.9.4.1 Remvloeistofpeil controleren Remvloeistofpeil controleren: Het expansievat (Afb. 74) is tot aan de markering "max." gevuld met remvloeistof DOT Het remvloeistofpeil dient zich tussen de markeringen "max." en "min." te bevinden. Ga bij lekkage van remvloeistof direct naar een vakwerkplaats! Afb.
Reinigen, service en onderhoud 12.9.4.3 Controle van het hydraulische gedeelte van het remsysteem (vakwerkplaats) Controle van het hydraulische gedeelte van het remsysteem: • controleer alle flexibele remslangen op slijtage • controleer alle remleidingen op beschadiging • controleer alle schroefverbindingen op lekkage •...
Pagina 94
Reinigen, service en onderhoud 12. Sluit het reservoir. Open de ontluchtingsventielen voorzichtig, zodat u ze niet losdraait. Wij adviseren om de ventielen ongeveer 2 uur voor het ontluchten in te spuiten met een roestoplosmiddel. Veiligheidscontrole uitvoeren: • Zijn de ontluchtingsbouten vastgedraaid? •...
Reinigen, service en onderhoud 12.10 Banden / wielen • Onderstelbanden regelmatig op beschadiging resp. goede montage op de velg controleren! • Zorg voor een minimumafstand van 25 mm van de afstrijkers tot de onderstelbanden! • Vereiste bandenspanning ο Onderstelbanden / walsbanden: 4,3 bar ο...
Reinigen, service en onderhoud • Controleer de bandenspanning regelmatig bij koude banden, dus vóór het rijden. • Het verschil in bandenspanning mag in de banden van een as niet groter zijn dan 0,1 bar. • De bandenspanning kan maximaal 1 bar hoger worden door snel rijden of warm weer.
Reinigen, service en onderhoud 12.11 Hydraulisch systeem (vakwerkplaats) WAARSCHUWING Gevaar voor infectie door onder hoge druk staande hydraulische olie die in het lichaam dringt! • Werkzaamheden aan het hydraulische systeem mogen uitsluitend door een vakwerkplaats worden uitgevoerd! • Laat alle druk uit het hydraulische systeem ontsnappen voordat u met de werkzaamheden aan het hydraulische systeem begint! •...
Reinigen, service en onderhoud 12.11.1 Aanduidingen op hydraulische slangen De aanduidingen op de slangen hebben de volgende betekenis: Afb. 75/... (1) Type-aanduiding van de fabrikant van de hydraulische slang (A1HF) (2) Productiedatum van de hydraulische slang (04 / 02 = jaar / maand = februari 2004) (3) Maximaal toelaatbare bedrijfsdruk (210 BAR).
Reinigen, service en onderhoud • De gebruiksduur van 6 jaar is overschreden. Doorslaggevend hiervoor is de datum waarop de hydraulische slang op de armatuur is bevestigd plus 6 jaar. Staat op de armatuur de productiedatum "2004", dan eindigt de gebruiksduur in februari 2010.
Reinigen, service en onderhoud 12.12 Bouten van de topstang en de trekstang WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, beetpakken, vastgrijpen en stoten als de machine onbedoeld loskomt van de tractor! Controleer elke keer bij het aankoppelen van de tractor of de bouten van de topstang en trekstang zich in goede staat bevinden.
Reinigen, service en onderhoud 12.15 Hydraulisch schema C e n t a u r 3 0 0 1 S p e c i a l Afb. 76 C e n t a u r 3 0 0 1 S u p e r Mechanische diepte-instelling Hydraulische diepte-instelling Afb.
Pagina 102
Reinigen, service en onderhoud Afb. 76; Afb. 77 en Afb. 78/... (1) Aansluiting op dubbelwerkende (3) Hydraulische cilinder onderstel tractorregeleenheid 1, slangmarkering (4) Hydraulische cilinder schijfdrager geel (2) Aansluiting op dubbelwerkende tractorregeleenheid 2, slangmarkering groen C e n t a u r 4 0 0 1 / 5 0 0 1 S p e c i a l / S u p e r Mechanische diepte-instelling Hydraulische diepte-instelling Afb.
Pagina 103
Reinigen, service en onderhoud C e n t a u r 4 0 0 1 / 5 0 0 1 S p e c i a l / S u p e r Circuit in-/uitklappen Afb. 81/... (1) Aansluiting op dubbelwerkende tractorregeleenheid 3, slangmarkering blauw (2) Hydraulische cilinder in-/uitklappen...
Reinigen, service en onderhoud 12.16 Aanhaalkoppels schroeven Aanhaalkoppels [Nm] Sleutelwijdte Schroefdraad afhankelijk van kwaliteitsklasse van schroeven/moeren [mm] 10.9 12.9 M 8x1 M 10 16 (17) M 10x1 M 12 18 (19) M 12x1,5 M 14 M 14x1,5 M 16 M 16x1,5 M 18 M 18x1,5 M 20...