Instellingen
Zaaien met normaal-zaaiwielen
1. Draai het normaal-zaaiwiel zover met de
hand op de zaaias, tot de pen (Afb. 119/1)
in de boring zichtbaar is.
2. Druk de pen met de meegeleverde sleutel
(Afb. 120/1) tegen het fijn-zaaiwiel.
3. Controleer de verbinding.
4. Stel alle zaaiwielen op dezelfde wijze af.
Zaaien met fijn-zaaiwielen
1. Met de meegeleverde sleutel (Afb. 121/1)
de pen achter de boring tot aan de aanslag
in het normaal-zaaiwiel drukken.
2. Controleer, of het normaal-zaaiwiel vrij kan
draaien op de zaaias.
3. Stel alle zaaiwielen op dezelfde wijze af.
104
Afb. 119
Afb. 120
Afb. 121
AD BAH0042-3 08.14