10.2
Aanvang van de werkzaamheden
1. Breng de machine aan het begin van het
veld in de werkpositie.
2. Houd personen op minimaal 20 meter
afstand van de machine.
3. Bedien regeleenheid 1
®
Neerlaten van de actieve markeur
®
Doorschakelen van de zaaiwiel-
rijpadenschakeling
®
Bij rijpadenaantal „0":
o
Ontkoppelen van de overbrengingsas
en stilstand van de rijpadenzaaiwielen
o
Neerlaten van het
rijpadenmarkeerapparaat.
4. De rijpadenteller controleren/corrigeren.
5. Begin te rijden.
6. Na 30 m controleren/corrigeren
o
de aflegdiepte van het zaaigoed
op meerdere plaatsen
o
de arbeidsintensiteit van de eg.
7. Herhaal de afdraaiproef na circa 2 ha.
AD BAH0042-3 08.14
GEVAAR
Houd personen op minimaal 20 meter afstand van de machine.
Afb. 207
Werken met de machine
159