Het instelwiel (Afb. 81/1) in de schakelkast toont
het aantal rijpaden.
Ingesteld wordt het aantal rijpaden door de aan
de bedieningshendel te trekken (Afb. 81/2).
De kabel (Afb. 81/2) is bedoeld voor het
bedienen van de bedieningshendel vanaf de
bestuurderszitplaats.
Elektronische bediening
De aandrijving van de overbrengingsas voor de
rijpadenzaaiwielen wordt via een koppeling bij- of
afgeschakeld.
Een hendel aan de magneetschakelaar (Afb.
82/2) bedient de koppeling (Afb. 82/1).
De boordcomputer stuurt de magneetschakelaar.
De boordcomputer geeft alarm, wanneer de
overbrengingsas, die de rijpadenzaaiwielen
aandrijft niet correct werkt. Nodig is de
zaaiasbewaking (optie).
5.14.2
Halfzijdige zaaiasafschakeling
Met de zaaiasafschakelkoppeling (Afb. 83) kan
de linker zaaiashelft worden uitgeschakeld en
kan de zaaigoedtoevoer naar de zaaischijven
worden onderbroken.
Wanneer ook de rijpadenzaaiwielen
niet moeten zaaien, dan moeten de
blokkeerschuiven naar de
rijpadenzaaiwielen worden gesloten.
AD BAH0042-3 08.14
Afb. 81
Afb. 82
Afb. 83
Opbouw en werking
75