Reinigen, service en onderhoud
12.8.6
Bonenzaaiwielen monteren (vakwerkplaats)
De bonenzaaiwielen kunnen afzonderlijk tegen de zaaiwielen of samen met een tweede zaaias
worden uitgewisseld.
De montage is eenvoudiger, wanneer de bonenzaaiwielen op een tweede zaaias zijn
voorgemonteerd.
1. De afdraaigoten (Afb. 233) naar boven toe
uit de houder trekken.
2. De overbrengingsas (Afb. 224/1) van de
zaaiwiel-rijpadenschakeling (indien
aanwezig) naar beneden klappen (zie
hoofdstuk "Rijpadenafstand en
spoorbreedte instellen (vakwerkplaats)", op
pagina 174).
3. Het zaaiasaandruklager (Afb. 234/1)
openen.
178
Deze instelling heeft invloed op de zaaihoeveelheid.
Controleer de instelling via een afdraaiproef.
Afb. 233
Afb. 234
AD BAH0042-3 08.14