Wat te doen in een noodgeval
U kunt de bandenspanning niet
beoordelen door alleen naar de
banden te kijken. Gebruik altijd een
bandenspanningsmeter van een
goede
kwaliteit
bandenspanning te meten. Houd er
rekening mee dat een band die warm
is (door het rijden) een hogere
bandenspanning heeft dan een band
die koud is (doordat deze gedurende
ten minste 3 uur heeft stilgestaan of
niet meer dan 1,6 km heeft gereden
gedurende deze periode).
Laat de band afkoelen alvorens de
bandenspanning te meten. Zorg er
altijd voor dat de band koud is
alvorens deze op de aanbevolen
spanning te brengen.
Een koude band houdt in dat de auto
gedurende 3 uur heeft stilgestaan of
niet meer dan 1,6 km heeft gereden
gedurende deze periode.
6-20
WAARSCHUWING
•
Het TPMS waarschuwt niet
voor ernstige en plotselinge
om
de
schade
veroorzaakt
factoren, zoals spijkers en
dergelijke.
•
Als de auto instabiel aanvoelt,
haal dan onmiddellijk uw voet
van het gaspedaal, trap het
rempedaal geleidelijk en licht
in en breng uw auto op een
veilige plaats naast de weg tot
stilstand.
aan
de
banden
door
externe
WAARSCHUWING
Het aanpassen, wijzigen of
uitschakelen van onderdelen
van
het
bandenspan-
ningscontrolesyste em (TPMS)
verhindert mogelijk dat de
bestuurder door het systeem
wordt gewaarschuwd over een
te lage bandenspanning en/of
storingen in het TPMS. Door het
aanpassen,
wijzigen
uitschakelen van onderdelen
van het TPMS vervalt mogelijk
de garantie voor dat deel van de
auto.
of