Wat te doen in een noodgeval
Bandenspanningscontrolesyst
eem
WAARSCHUWING
Een te hoge of een te lage
bandenspanning reduceert de
levensduur van de banden,
beïnvloedt de handling van de
auto in negatieve zin en kan tot
onverwachte
bandproblemen
leiden, waardoor u de controle
over de auto kunt verliezen met
een ongeval tot gevolg.
Controleer iedere maand bij koude
banden of de bandenspanning van
alle banden, inclusief het reservewiel
(indien
van
toepassing),
overeenkomt met de aanbevolen
spanning op het voertuigplaatje of
het bandenspanningslabel. (Als de
bandenmaat van uw auto niet
overeenkomt met de bandenmaat op
het
voertuigplaatje
bandenspanningslabel, dient u de
juiste spanning voor deze banden te
bepalen.)
6-16
Voor extra beveiliging is uw auto
uitgerust
bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS) dat ervoor zorgt dat een
waarschuwingslampje
bandenspanning
wanneer de bandenspanning van
een
of
aanmerkelijk te laag is. Wanneer het
waarschuwingslampje
bandenspanning brandt, dient u de
auto dus stil te zetten, de banden zo
snel mogelijk te controleren en ze op
de juiste spanning te brengen. Rijden
op
banden
bandenspanning te laag is, heeft
oververhitte
beschadigde banden tot gevolg.
Een te lage bandenspanning zorgt
ook
voor
brandstofverbruik en een kortere
levensduur van het loopvlak en heeft
mogelijk een negatief effect op de
handling en de remkwaliteiten van
uw auto.
of
het
Het TPMS dient niet ter vervanging
van onderhoud van de banden te
worden gebruikt.
met
een
lage
gaat
branden
meerdere
banden
lage
waarvan
de
en
mogelijk
een
hoger
Het is de verantwoordelijkheid van
de bestuurder dat de banden op de
juiste spanning zijn, ook al is de
bandenspanning nog niet zo laag dat
het
waarschuwingslampje
bandenspanning gaat branden.
Uw auto is tevens uitgerust met een
controlelampje storing TPMS dat
aangeeft wanneer het systeem niet
goed werkt. Het controlelampje
storing TPMS is gecombineerd met
het
waarschuwingslampje
bandenspanning.
Wanneer
systeem een storing signaleert,
knippert het waarschuwingslampje
gedurende ongeveer een minuut en
blijft het daarna continu branden.
Zolang de storing blijft bestaan, blijft
dit zo doorgaan, ook wanneer de
auto weer wordt gestart.
Wanneer het controlelampje storing
brandt, kan het systeem mogelijk
niet naar behoren een te lage
bandenspanning
signaleren
aangeven. Storingen in het TPMS
kunnen
verschillende
hebben, waaronder het plaatsen,
vervangen of wisselen van banden
of velgen waardoor het TPMS niet
goed werkt.
lage
lage
het
of
oorzaken