Rijden met uw auto
Noodstopsignaal
(Emergency Stop Signal-ESS)
(indien van toepassing)
Het Emergency Stop Signal-systeem
waarschuwt
achteropkomende
bestuurders door de remlichten te
laten knipperen wanneer de auto
plotseling sterk afremt.
Het systeem wordt geactiveerd als:
• De auto plotseling afremt. (De
remvertraging is hoger dan 7 m/s
en de rijsnelheid is hoger dan 55
km/h)
• Het ABS is geactiveerd en de
rijsnelheid is hoger dan 55 km/h.
De
alarmknipperlichten
automatisch ingeschakeld nadat de
remlichten zijn gaan knipperen als:
• De rijsnelheid lager is dan 40 km/h,
• Het ABS gedeactiveerd is, en
• De auto niet meer sterk afremt.
De alarmknipperlichten gaan UIT:
• Als
de
auto
gedurende
bepaalde periode met lage snelheid
rijdt.
5-42
De bestuurder kan de alarmknip-
perlichten handmatig uitschakelen
door
op
de
alarmknipperlichten te drukken.
i
Informatie
Het ESS-systeem (Emergency Stop
Signal) wordt niet geactiveerd als de
alarmknipperlichten al knipperen.
2
Downhill Brake Control (DBC)
(indien van toepassing)
worden
een
De Downhill Brake Control (DBC)
assisteert de bestuurder bij het
afrijden van een steile helling zonder
dat de bestuurder het rempedaal
hoeft in te trappen.
Het systeem vermindert de snelheid
tot lager dan 8 km/h (auto's met
toets
voor
de
Double clutch-transmissie) of tot 8
km/h (auto's met handgeschakelde
transmissie) zodat de bestuurder
zich kan concentreren op het
besturen van de auto.
Schakel de DBC altijd uit op
normale wegen. De DBC kan
onbedoeld geactiveerd worden
vanuit de stand-bymodus bij het
rijden over verkeersdrempels of
het maken van een scherpe
bocht.
AANWIJZING
• De standaardinstelling voor de
DBC is UIT als het contact in
stand ON wordt gezet.
• Wanneer
wordt geactiveerd, kunnen de
OOS057058
remmen geluid maken of trillen.
• De remlichten gaan branden als
de DBC geactiveerd is.
WAARSCHUWING
het
DBC-systeem