WAARSCHUWING
•
Langdurig recirculeren kan
leiden tot een verhoogde
luchtvochtigheid
in
interieur, waardoor de ruiten
kunnen
beslaan
en
uitzicht belemmerd wordt.
•
Ga niet slapen in de auto
wanneer de airconditioning of
de
verwarming
ingeschakeld.
Door
afname
van
de
zuurstof-
concentratie
en/of
lichaamstemperatuur kunnen
de inzittenden letsel oplopen.
•
Langdurig recirculeren kan
slaperigheid
veroorzaken,
waardoor de bestuurder de
controle over de auto kan
verliezen. Schakel daarom
zo veel mogelijk de stand
BUITENLUCHT in.
Aanjagerknop (1)
Draai de knop naar rechts om de
aanjagersnelheid en de luchtstroom
te verhogen. Draai de knop naar
links om de aanjagersnelheid en de
het
luchtstroom te verlagen.
Zet de aanjagerknop in stand 0 om
het
de aanjager uit te schakelen.
AANWIJZING
is
Wanneer
de
een
bediend terwijl het contact in
stand ON staat, kan de accu
de
ontladen
raken.
aanjager wanneer de motor draait.
Airconditioning (5)
(indien van toepassing)
Druk op de toets A/C om de
airconditioning in te schakelen (het
controlelampje gaat branden). Druk
nogmaals op de toets om de
airconditioning uit te schakelen.
Werking systeem
Ventilatie
1. Zet de luchtcirculatietoets in stand
2. Schakel de stand BUITENLUCHT
in met de luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de
gewenste waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste
snelheid.
aanjager
wordt
Verwarmen
Bedien
de
1. Zet de luchtcirculatietoets in stand
2. Schakel de stand BUITENLUCHT
in met de luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de
gewenste waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste
snelheid.
5. Als u de uitstromende lucht
gedroogd wil hebben, kunt u
het airconditioningssysteem aan-
zetten (indien van toepassing).
Schakel de stand
wanneer de voorruit beslaat.
.
.
of
3-127
3
in