Kenmerken van uw auto
Wanneer het beïnvloed wordt
door een externe conditie
•
Er is een lamp met een
vergelijkbare vorm als de
lampen van een voorligger
aanwezig.
•
Wanneer een koplamp niet
gerepareerd of vervangen is
door een officiële dealer.
•
Wanneer een koplamp niet
juist is afgesteld.
•
Wanneer
op
een
bochtige weg of een weg met
slecht wegdek wordt gereden.
•
Wanneer
heuvelop
wordt gereden.
•
Wanneer slechts een deel van
de voorligger zichtbaar is op
een kruising of in een bocht.
•
Wanneer er een verkeerslicht,
reflecterend bord, knipperlicht
of spiegel aanwezig is.
•
Wanneer de wegomstandig-
heden slecht zijn, bijvoor-
beeld doordat de weg nat is of
bedekt is met sneeuw.
3-100
•
Wanneer de koplampen van
een tegemoetkomend voertuig
uitgeschakeld,
mistlampen ingeschakeld zijn.
•
Wanneer een auto plotseling
opduikt uit een bocht.
•
Wanneer de auto scheef hangt
door
een
doordat hij gesleept wordt.
•
Wanneer
waarschuwingslampje van het
Lane Keeping Assist-systeem
smalle
(LKA) brandt. (indien van
toepassing)
Wanneer het zicht naar voren
of
-af
slecht is
•
Wanneer de lamp van een
tegemoetkomend voertuig of
voorligger is bedekt met stof,
sneeuw of water.
•
Wanneer de verlichting van
een
voertuig of voorligger niet
wordt
gesignaleerd
uitlaatgassen,
sneeuw, enz.
•
•
maar
de
•
lekke
band
of
het
•
tegemoetkomend
•
door
rook,
mist,
De voorruit is bedekt met vuil.
Het zicht is slecht door mist,
zware regenval, sneeuw, enz.
WAARSCHUWING
Haal de voorruitcamera niet uit
elkaar, bijvoorbeeld om de ruit
extra te tinten of coatings of
accessoires aan te brengen.
Als u de camera uit elkaar hebt
gehaald en weer in elkaar hebt
gezet, adviseren we u de
kalibratie van het systeem te
laten controleren door een
officiële Hyundai-dealer.
Als u de voorruit of de
voorruitcamera
vervangen, adviseren we u het
systeem te laten controleren
door een officiële Hyundai-
dealer.
Zorg ervoor dat er geen water
in de High Beam Assist-unit
(HBA)
terechtkomt
verwijder of beschadig de
onderdelen van het High Beam
Assist-systeem (HBA) niet.
hebt
en