VIERWIELAANDRIJVING (4WD) (INDIEN VAN TOEPASSING)
De
vierwielaandrijving
verdeelt het motorvermogen over de
voor- en achterwielen voor maximale
tractie. Vierwielaandrijving is handig
als
extra
tractie
noodzakelijk
wanneer
gereden
wordt
bijvoorbeeld gladde, modderige,
natte of besneeuwde wegen.
De auto kan indien nodig ook worden
gebruikt op normaal begaanbare
onverharde wegen en paden. Het is
belangrijk dat de bestuurder de
snelheid verlaagt tot een niveau dat
een veilig gebruik onder deze
omstandigheden mogelijk maakt.
WAARSCHUWING
Om
de
kans
LETSEL te beperken:
•
Rijd
omstandigheden waarvoor de
auto niet ontworpen is, zoals
op onverhard terrein.
•
Pas uw snelheid aan voordat u
een bocht aansnijdt of gaat
keren.
OOS057057
•
Maak
(4WD)
stuurbewegingen
wisselen van rijbaan of bij het
nemen van snelle, scherpe
bochten.
•
De kans dat de auto over de
op
kop slaat wanneer u de macht
over het stuur verliest, is veel
groter bij hogere snelheden.
•
Meestal verliest de bestuurder
de macht over het voertuig
wanneer twee of meer wielen
van de weg raken en de
bestuurder het stuur omgooit
om de auto weer de weg op te
sturen.
op
ERNSTIG
niet
onder
geen
plotselinge
bij
het
•
Gooi
het
stuur
wanneer uw auto van de weg
raakt. Minder in plaats daarvan
snelheid voordat u de auto
terug de weg op stuurt.
AANWIJZING
• Rijd niet in water dat hoger staat
dan de onderzijde van de auto.
• Controleer de werking van de
remmen nadat u door modder of
water bent gereden. Trap, terwijl u
langzaam rijdt, het rempedaal
meerdere keren in totdat u voelt
dat de remmen weer normaal
werken.
• Verkort het onderhoudsinterval
als u op onverhard terrein, zoals
in zand, modder of water rijdt.
• Was uw auto altijd grondig na
gebruik in het terrein, met name
de onderkant van de auto.
• Zorg ervoor dat op alle wielen
banden van hetzelfde type en met
dezelfde maat zijn gemonteerd.
• Als een auto met permanente
vierwielaandrijving
moet worden, dient dit op een
auto-ambulance te gebeuren.
niet
om
5
verplaatst
5-45