De cruise control wordt
uitgeschakeld als:
• Het rempedaal wordt ingetrapt.
• Het
koppelingspedaal
ingetrapt
(handgeschakelde
transmissie).
• De toets O (Cancel) op het
stuurwiel wordt ingedrukt.
• Op de
(CRUISE) toets wordt
gedrukt.
(CRUISE)
controlelampje en het controlelampje
SET gaan UIT.
• Op de
toets wordt gedrukt.
(CRUISE) Het controlelampje
en het controlelampje SET gaan
UIT (indien uitgerust met Speed
Limit Control).
• De selectiehendel wordt in stand N
(neutraal) gezet (auto met Double
clutch-transmissie).
• De rijsnelheid wordt verlaagd tot
een snelheid lager dan ongeveer
30 km/h.
• De
ESC
stabiliteitsregeling) in werking is.
• Er wordt teruggeschakeld naar de
2e
versnelling
handmatig schakelen (auto met
Double clutch-transmissie).
i
Informatie
OOS057056
Door bovenstaande handelingen wordt
wordt
de werking van de cruise control
onderbroken (het controlelampje SET
op het instrumentenpaneel gaat uit),
maar het systeem wordt alleen
uitgeschakeld als op de toets CRUISE
/
(CRUISE) wordt gedrukt.
Beweeg de selectieschakelaar (RES+)
Het
op het stuurwiel omhoog om de cruise
control weer in te schakelen. De cruise
control keert terug naar de eerder
door u ingestelde snelheid, tenzij het
systeem is uitgeschakeld doordat op de
toets CRUISE /
gedrukt.
Terugkeren naar ingestelde
rijsnelheid
(elektronische
in
de
modus
Beweeg
omhoog (RES+). Als de rijsnelheid
hoger is dan 30 km/h wordt de
ingestelde
aangehouden.
(CRUISE) is
OOS057055
de
selectieschakelaar
snelheid
weer
5-99
5