Rijden met uw auto
2. Beweeg de selectieschakelaar
omlaag (SET-).
3. • Beweeg de selectieschakelaar
omhoog (RES+) of omlaag (SET-)
en laat hem los als de gewenste
snelheid is bereikt.
5-94
• Beweeg de selectieschakelaar
omhoog (RES+) of omlaag (SET-
) en houd hem vast. De snelheid
wordt met 5 km/h verhoogd of
verlaagd.
De ingestelde snelheidslimiet wordt
weergegeven
instrumentenpaneel.
Als u harder wilt rijden dan de
ingestelde snelheidslimiet en u het
OOS057054
gaspedaal minder dan ongeveer
50% intrapt, zal de ingestelde
snelheidslimiet geactiveerd blijven
en de auto niet versnellen.
Als u het gaspedaal echter meer dan
ongeveer 70% intrapt, kunt u de
snelheidslimiet overschrijden. Dan
wordt
de
knipperend weergegeven en klinkt
de zoemer totdat u weer langzamer
gaat rijden dan de ingestelde
snelheid.
OOS057055
in
het
ingestelde
snelheid
U kunt de snelheidsbegrenzer
op een van de volgende
manieren uitschakelen:
• Druk op de toets
• Als u eenmaal op de toets O
(annuleren)
drukt,
ingestelde
snelheidslimiet
geannuleerd, maar wordt het
systeem
niet
uitgeschakeld.
Beweeg de selectieschakelaar
+RES of SET- op uw stuurwiel naar
de gewenste snelheid als u de
snelheidslimiet wilt hervatten.
OOS057053
.
wordt
de