Kenmerken van uw auto
SPIEGELS
Binnenspiegel
Stel voor het rijden de binnenspiegel
zo af dat u in het midden van de
spiegel het midden van de achterruit
ziet.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat uw zicht niet
wordt gehinderd. Plaats geen
voorwerpen
op
de
stoelen, in de bagageruimte of
achter de hoofdsteunen van de
achterstoelen die het zicht door
de achterruit zouden kunnen
belemmeren.
WAARSCHUWING
Wijzig de binnenspiegel niet en
monteer geen grotere spiegel,
om
ernstig
letsel
ongeval of het activeren van de
airbag te voorkomen.
3-24
WAARSCHUWING
Verstel
tijdens het rijden. Hierdoor kunt
u de controle over de auto
verliezen, waardoor er een
ongeval kan ontstaan.
AANWIJZING
achter-
Gebruik voor het reinigen van de
spiegel een papieren doekje of
vergelijkbaar
vochtig
glasreiniger. Spuit niet direct
glasreiniger op de spiegel, anders
kan
er
spiegelhuis komen.
bij
een
de
spiegel
NOOIT
materiaal
dat
is
gemaakt
met
glasreiniger
in
het
Binnenspiegel met dag-
/nachtstand
(indien van toepassing)
[A]: Hendel
dag-/nachtstand,
[B]: Dagstand,
[C]: Nachtstand
Stel de spiegel af voordat u wegrijdt
en terwijl deze in de dagstand staat.
Trek de hendel onder aan de spiegel
naar u toe om de spiegel in de
nachtstand te zetten om verblinding
door de koplampen van achterop-
komend verkeer te voorkomen.
Houd er rekening mee dat het beeld
in de spiegel in de nachtstand
minder duidelijk is dan in de
dagstand.
OOS047009