CRUISE CONTROL (INDIEN VAN TOEPASSING)
Werking cruise control
1. Controlelampje CRUISE (
2. Controlelampje SET
De cruise control stelt u in staat
boven 30 km/h een bepaalde
rijsnelheid aan te houden, zonder dat
u de voet op het gaspedaal hoeft te
houden.
WAARSCHUWING
Neem
voorzorgsmaatregelen:
•
Stel de rijsnelheid altijd lager
in
dan
maximumsnelheid.
•
Als het systeem niet wordt
uitgeschakeld (controlelampje
CRUISE
instrumentenpaneel
branden) kan de cruise control
OOS057052
mogelijk onbedoeld worden
geactiveerd. Zet het systeem
)
uit (controlelampje CRUISE
UIT) wanneer de cruise control
niet gebruikt wordt om te
voorkomen dat er onbedoeld
een snelheid wordt ingesteld.
•
Gebruik het cruise control-
systeem alleen op de snelweg
en indien de verkeersdrukte
en de weersomstandigheden
dat toelaten.
•
Gebruik de cruise control
nooit wanneer niet veilig
met een constante snelheid
gereden kan worden:
de
volgende
de
toegestane
(
)
in
het
blijft
AANWIJZING
Schakel bij het rijden met de
cruise control bij een auto met
handgeschakelde transmissie niet
naar de vrijstand zonder het
koppelingspedaal in te trappen.
De motor zal dan met een te hoog
toerental draaien. Trap als dat
gebeurt het koppelingspedaal in
of druk op de AAN/UIT-toets van
de cruise control.
- Bij
rijden
tijdens
verkeersdrukte of bij rijden
met wisselende snelheden.
- Op gladde (natte, met ijs
of sneeuw bedekte) wegen.
- Op
heuvelachtige
slingerende wegen.
- Bij zeer sterke wind.
•
Gebruik de cruise control niet
bij
het
rijden
met
aanhanger.
grote
of
een
5
5-95