Als het controlelampje niet dooft
nadat u een paar minuten hebt
gereden, raden we u aan het
systeem te laten controleren door
een officiële Hyundai-dealer.
OPMERKING
Als
de
oorspronkelijk
gemonteerde
band
vervangen
door
reservewiel, moet de TPMS-
sensor
op
het
reservewiel
worden geïnitialiseerd en de
sensor op het originele wiel
moet worden gedeactiveerd
door een Hyundai-dealer. Als de
TPMS-sensor op het originele
wiel dat in de houder van het
reservewiel is gemonteerd nog
steeds actief is, werkt het
bandenspanningscontrolesyste
em mogelijk niet correct. We
adviseren u het systeem te
laten
repareren
door
officiële Hyundai-dealer.
U kunt de bandenspanning niet
beoordelen door alleen naar de
banden te kijken. Gebruik altijd een
bandenspanningsmeter van een
goede
kwaliteit
bandenspanning te meten. Een band
die warm is (door het rijden), heeft
een hogere bandenspanning dan
een band die koud is.
Een koude band houdt in dat de auto
wordt
gedurende 3 uur heeft stilgestaan of
het
niet meer dan 1,6 km heeft gereden
gedurende deze periode.
Laat de band afkoelen alvorens de
bandenspanning te meten. Zorg er
altijd voor dat de band koud is
alvorens deze op de aanbevolen
spanning te brengen.
een
We raden u aan door Hyundai
g o e d g e k e u r d
om
de
bandenreparatiemiddel
gebruiken indien uw auto is
uitgerust
controlesysteem
bandenspanning (TPMS). Het
v
l
o
bandenreparatiemiddel kan de
b a n d e n s p a n n i n g s e n s o r e n
beschadigen.
WAARSCHUWING
TPMS
•
Het TPMS waarschuwt niet
voor ernstige en plotselinge
schade
veroorzaakt
factoren, zoals spijkers en
dergelijke.
•
Als de auto instabiel aanvoelt,
haal dan onmiddellijk uw voet
van het gaspedaal, trap het
rempedaal licht in en breng
uw auto op een veilige plaats
tot stilstand.
OPMERKING
te
met
het
voor
lage
e
i
b
a
r
e
aan
de
banden
door
externe
6-13
6