•
Plaats geen voorwerpen op
het
dashboard
die
reflecteren, zoals spiegels, wit
papier, enz. Het systeem werkt
mogelijk niet goed wanneer
zonlicht wordt gereflecteerd.
•
Soms werkt het High Beam
Assist-systeem (HBA) mogelijk
niet goed. Het systeem dient
alleen ter vergroting van het
gebruiksgemak. Het is de
verantwoordelijkheid van de
bestuurder om veilig te rijden
en altijd de verkeerssituatie te
controleren.
•
Als het systeem niet normaal
werkt, wissel dan handmatig
tussen groot- en dimlicht.
Richtingaanwijzers
licht
Als u richting wilt aangeven, beweeg
de hendel dan omlaag als u links
afslaat en omhoog als u rechts
afslaat, in stand (A).
Beweeg de hendel gedeeltelijk naar
beneden of naar boven en houd hem
vast in stand (B) om een wisseling
van rijstrook aan te geven. De hendel
keert terug naar de stand OFF als hij
wordt losgelaten of wanneer de auto
weer rechtuit rijdt.
Wanneer een controlelampje blijft
branden, niet knippert of abnormaal
knippert, kunnen één of meer
lampen doorgebrand zijn en dienen
deze vervangen te worden.
Functie one-touch
passeerknipperlicht
Beweeg de hendel iets en laat hem
dan weer los om de functie one-
touch passeerknipperlicht in te
schakelen. De richtingaanwijzers
knipperen 3, 5 of 7 keer.
U
kunt
de
passeerknipperlicht in-/uitschakelen
of het aantal keren knipperen
selecteren (3, 5 of 7) met de modus
Gebruikersinstellingen
LCDdisplay. Zie "LCD-display" in
OTLE045284
dit
hoofdstuk
informatie.
3
functie
one-touch
op
het
voor
meer
3-101