Als u gaat rijden terwijl u de
veiligheidsgordel
niet
vastgemaakt of de veiligheidsgordel
losmaakt terwijl u rijdt met een
snelheid lager dan 20 km/h, blijft het
desbetreffende
wingslampje branden totdat u de
veiligheidsgordel vastmaakt.
Als u de veiligheidsgordel vervolgens
nog
niet
vastmaakt
veiligheidsgordel losmaakt terwijl u
sneller rijdt dan 20 km/h, zal de
waarschuwingszoemer
veiligheidsgordel
ongeveer 100 seconden klinken en
gaat
het
desbetreffende
waarschuwingslampje knipperen.
WAARSCHUWING
Het rijden in een verkeerde
zitpositie heeft een nadelige
invloed op de werking van de
waarschuwingsfunctie voor de
voorpassagiersgordel. Het is
belangrijk dat de bestuurder de
passagier instrueert goed te gaan
zitten, zoals voorgeschreven in
dit instructieboekje.
i
Informatie
hebt
• Het waarschuwingslampje voor de
voorpassagiersgordel bevindt zich
in de middenconsole.
waarschu-
• Ook
als
voorpassagiersstoel zit, zal het
waarschuwingslampje
veiligheidsgordel
seconden knipperen of branden.
of
u
de
• Als
er
voorpassagiersstoel geplaatst wordt,
van
de
kan het waarschuwingslampje van
gedurende
de veiligheidsgordel ook gaan
knipperen.
er
niemand
op
de
van
de
gedurende
6
bagage
op
de
Waarschuwingslampje
veiligheidsgordel achterpassagiers
Als
herinnering
voor
achterpassagiers branden telkens
als het contact in stand ON wordt
gezet de waarschuwingslampjes van
de
achterpassagiersgordel
gedurende ongeveer 6 seconden,
ongeacht
of
de
gordel
vastgemaakt.
In de volgende gevallen brandt het
waarschuwingslampje
desbetreffende
veiligheidsgordel
achter
vervolgens
ongeveer 35 seconden:
- U gaat sneller dan 9 km/h rijden
wanneer
de
veiligheidsgordel
achter niet is vastgemaakt.
2
OOS037026
de
is
van
de
gedurende
2-25