nl Uw apparaat leren kennen
4 Uw apparaat leren kennen
4.1 Apparaat
Hier vindt u een overzicht van de onderdelen van uw
apparaat.
1 2 3
Stoomopening
1
Ventilatiesleuven
2
Deurafdichting
3
Watertank
4
Binnenruimte
De binnenruimte heeft drie inschuifhoogtes. De in-
schuifhoogtes worden van beneden naar boven geteld.
LET OP!
Het apparaat kan door warmteophoping beschadigd
raken.
Zorg ervoor dat de bodem van de binnenruimte al-
▶
tijd vrij blijft.
Zet niks direct op de bodem van de binnenruimte.
▶
De bodem van de binnenruimte niet bedekken met
▶
aluminiumfolie.
Plaats de vormen altijd in de bak met gaatjes of op
▶
het rooster.
De accessoires kunnen kantelen.
Schuif accessoires niet tussen de inschuifstrips.
▶
Het onderste inschuifniveau bezit twee inschuiflijsten.
Zo kunt u bijvoorbeeld bij het ontdooien de bak zonder
gaatjes onder de bak met gaatjes er in schuiven, om
ontdooivloeistof op te vangen.
U kunt tot drie inschuifhoogtes tegelijkertijd gebruiken.
6
4
Open de apparaatdeur altijd tot de aanslag. In deze po-
sitie zwaait de geopende apparaatdeur niet vanzelf te-
rug.
Bedieningselementen
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw ap-
paraat instellen en informatie krijgen over de gebruiks-
toestand.
Afhankelijk van het apparaattype kunnen details op de
afbeelding verschillen, bijv. de kleur en de vorm.
De bediening is bij alle productgroepen gelijk.
1
4
Deze gebieden zijn aanrakingsge-
Tiptoetsen
1
voelig. Raak een symbool aan om
de betreffende functie te kiezen.
Het display toont bijv. actuele in-
2
Display
stellingen en keuzemogelijkheden.
Met de draaiknop kiest u de tem-
3
Draaiknop
peratuur en andere overige instel-
lingen.
Met de functiekeuzeknop kiest u
4
Functiekeu-
de verwarmingsmethode, de reini-
zeknop
ging of de basisinstellingen.
Symbolen
Met de symbolen start of eindigt u functies of navigeert
u in het menu.
Symbool
Functie
Start
2
1
3