PROBLEMEN M.B.T. AFDRUKRESULTATEN
Probleem
De afdruk is korrelig.
Het beeld is te licht of te
donker.
Tekst en lijnen zijn vaag en
moeilijk te lezen.
Deel van de afbeelding
wordt afgesneden.
Wat u moet controleren
Zijn de printerdriversinstellingen juist voor deze
printopdracht?
Behoeft de afdruk (vooral in geval van een foto)
correctie?
(Windows)
Werden kleurengegevens afgedrukt?
(Windows)
Komt het papierformaat zoals dat is opgegeven
bij de printopdracht overeen met het papier in de
lade?
Is de afdrukstand (staand of liggend) correct?
Staan de marges correct ingesteld in de
opmaakinstellingen van de applicatie?
Controleer de instellingen van de printerdriver.
Bij het selecteren van afdrukinstellingen, kunt u de afdrukmodus
instellen op [Normaal], [Hoge kwaliteit]. Als u een zeer scherpe afdruk
wenst, selecteer dan [Hoge kwaliteit].
Windows:
De resolutie-instelling wordt geselecteerd in de [Geavanceerd] tab
van het kenmerkenscherm van de printerdriver.
Macintosh:
Selecteer de resolutie in het menu [Geavanceerd] van het
printerscherm. (In Mac OS v10.5, selecteer de resolutie in het
menu [Kleur] op het printvenster.)
Controleer de instellingen van de printerdriver.
Helderheid en contrast kunnen worden aangepast door
[Kleurafstelling] in de [Kleur] tab van de printerdriver. Deze
instellingen kunnen worden gebruikt voor eenvoudige correcties
wanneer er geen beeldbewerkingssoftware op uw computer is
geïnstalleerd.
Controleer de instellingen van de printerdriver.
Wanneer gekleurde tekst en lijnen worden afgedrukt, worden ze vaag
en moeilijk te lezen. Om gekleurde tekst of lijnen (vakken) die vaag
zijn in zwart om te zetten selecteert u [Tekst naar zwart] of [Vector
naar zwart] in de [Kleur] tab van de printerdriver. (Rastergegevens
zoals bitmapafbeeldingen kunnen niet worden aangepast.)
Zorg dat het ingestelde papierformaat overeenkomt met het
formaat van het papier in de lade.
U selecteert het papierformaat als volgt:
Windows:
Op de [Papier] tab van de printerdriver.
Controleer indien [Aanpassen aan pagina] is geselecteerd het
papier in de lade en het ingestelde papierformaat.
Macintosh:
In het [Pagina-instelling] menu.
Pas de afdrukstand aan de afbeelding aan.
U selecteert de afdrukstand als volgt:
Windows: Op de [Algemeen] tab van de printerdriver.
Macintosh: In het [Pagina-instelling] menu.
Selecteer het juiste papierformaat en de juiste marges in de
opmaakinstellingen van de applicatie.
Als de marge van de afbeelding buiten het afdrukbare gebied van het
apparaat komt zal deze wegvallen.
8-20
HET OPSPOREN VAN FOUTEN
Oplossing
Inhoudsopgave