EEN OPGESLAGEN BESTAND AFDRUKKEN
Een bestand dat is opgeslagen met de documentarchiveringsfunctie kan wanneer gewenst worden opgehaald en afgedrukt. De instellingen die
werden gebruikt toen het bestand werd opgeslagen zijn ook opgeslagen, zodat het bestand opnieuw kan worden afgedrukt met dezelfde
instellingen. U kunt het bestand ook aanpassen door de afdrukinstellingen te wijzigen voordat u het afdrukt.
Volg de onderstaande stappen nadat u het gewenste bestand heeft geselecteerd.
☞
EEN BESTAND SELECTEREN
a a k i n s t e l l i n g e n
B e s t a n d - 0 1
S e l e c t e e r d e t a a k .
1
P r i n t e n
Z e n d e n
V e r p l a a t s e n
V e r w i j d e r e n
Taakinstellingen / Afdrukken
Bestand-01
Papierformaat
Auto
2
Uitvoer
2-zijdig
Speciale Functies
• Als een document van groot formaat wordt opgeslagen vanuit Scannen naar schijf of de scanmodus, dan kan het bestand niet worden afgedrukt. Een
bestand dat is opgeslagen vanuit scanmodus met bestemmingen voor faxmodus of modus Internetfax in een distributieverzending kunnen wel worden
afgedrukt.
• Als de afdrukinstellingen gewijzigd zijn wanneer een opgeslagen bestand is afgedrukt, is het aantal kopieën de enige instelling die kan worden
opgeslagen.
• De afdruksnelheid kan iets lager zijn afhankelijk van de resolutie en belichtingsinstellingen van het opgeslagen bestand.
(pagina 6-29)
A n n u l e r e n
N a a m 1
A 4
F . K l e u r
E i g e n s c h a p p e n
B e e l d c o n t r o l e
w i j z i g e n
D e t a i l s
Annuleren
Naam 1
A4
F. Kleur
Aantal afdrukken
1
Afdrukken en gegevens
(1 999)
verwijderen
Gegevens afdrukken en opslaan
Druk op de toets [Afdrukken].
Druk op de toets [Gegevens afdrk. en verwijderen]
of de toets [Gegevens afdrukken en opslaan].
Als u op de toets [Gegevens afdrk. en verwijderen] drukt, worden de
bestanden na het afdrukken automatisch verwijderd.
Als u op de toets [Gegevens afdrukken en opslaan] drukt, worden de
bestanden na het afdrukken opgeslagen.
U kunt ook uitvoerinstellingen, 2-zijdig afdrukken, speciale functies, het aantal
kopieën en andere instellingen selecteren. Zie voor meer informatie
"SCHERM
AFDRUKINSTELLINGEN" (pagina 6-32).
6-31
DOCUMENTOPSLAG
Inhoudsopgave