Algemene handelingsmethoden
In dit hoofdstuk worden de handelingen die voor alle systeeminstellingen gelden besproken.
Zorg ervoor dat u dit hoofdstuk goed leest want deze informatie wordt in de beschrijving van de afzonderlijke instellingen achterwege gelaten.
Voorbeeld: Het scherm van het Adresboek
Adresboek
Adressen sorteren
Nieuwe Toevoegen
(1)
AAA AAA
Index schakelen
CCC CCC
ABC
EEE EEE
Sorteervolgorde
GGG GGG
Zoeknummer
III III
(2)
Freq.
ABCD
(3)
(1)
"Sorteren"
Hiermee kunt u een methode kiezen voor de weergave van
bestemmingen en het indextype.
Voorbeeld: In het scherm "Adresboek" kunt u schakelen tussen de
schermen met de volgende drie methoden:
• Alfabetisch/Gebruikersindex
• Weergeven per modus
• Oplopend/Aflopend/Nummervolgorde
(2)
Indexsleutels
Druk op een indexsleutel om de bijbehorende bestemming weer te
geven. De indexsleutels die verschijnen zijn afhankelijk van de
instelling "Sorteren".
(3)
(Invoervak zoeknummer)
Druk op
en voer een zoeknummer in om een adres te zoeken.
Als naar een gebruiker wordt gezocht, verandert het pictogram in
.
(4)
Toets [Vorige]
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
(5)
Selecteervak
Druk op
om een lijst met items weer te geven die kunnen worden
geselecteerd. Druk op een item in de lijst om deze te selecteren.
(6)
Tekstvak (numeriek)
Druk op deze toets om een nummer in te voeren. Nummers worden
ingevoerd met behulp van de cijfertoetsen.
Druk op de toets [WISSEN] (
fout hebt gemaakt.
Vorige
Alle
BBB BBB
1
2
DDD DDD
FFF FFF
HHH HHH
JJJ JJJ
EFGH
IJKL
MNOP
QRSTU
VWXYZ
etc.
) om het nummer te wissen als u een
Systeeminstellingen
(4)
(5)
Adresbeheer
Adrestype:
E-mail
(6)
Zoeknummer:
(7)
Adresnaam (verplicht):
Initieel (optioneel):
Toetsnaam:
Aangepaste index:
Gebruiker 1
Registreer het Adres dat moet worden toegevoegd aan de index [Veelgebruikt].
(8)
(7)
Tekstvak
Druk op dit vak om een tekstinvoerscherm te openen. De tekst
verschijnt in het tekstvak nadat u de tekst in het invoerscherm hebt
ingevoerd.
(8)
Selectievakje
Elke wanneer u deze toets indrukt, schakelt u tussen
Druk op het selectievakje zodat een vinkje
bijbehorende instelling in te schakelen. Verwijder het vinkje
de instelling uit te schakelen.
Radioknoppen (
manier te selecteren. (Radioknoppen worden echter gebruikt om een
enkel item uit meerdere te kiezen.)
(9)
Toets [Annuleren]
Hiermee annuleert u de instelling en keert u terug naar het vorige
scherm.
(10)
Toets [OK]
Druk op deze toets om de huidige instellingen op te slaan.
(11)
Schuifbalk
Gebruik deze balk om het scherm naar beneden en naar boven te
schuiven.
Druk op de balk en sleep deze naar boven of naar beneden.
U kunt de balk ook slepen met de
7-4
SYSTEEMINSTELLINGEN
Annuleren
OK
(1-1000)
verschijnt om de
) worden ook gebruikt om de instellingen op deze
-toetsen.
Inhoudsopgave
(9)
(10)
(11)
en
.
om